Tot slot van paragraaf 4: hoe pak je vraag 6 (p.26 werkboek) aan?
-Zoek eerst op de atlaskaart de plaatsen op (gebruik het plaatsnamenregister). Hoe liggen te t.o.v. de evenaar? Dan kun je de makkelijkste misschien al wegstrepen.
-Zoek dan aanvullende kaarten over klimaat en landschap:
-valt er op de betreffende plaats veel of weinig neerslag?
-Is er een droge periode?
-In welke landschapszone ligt de plaats?