This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Welkom bij Nederlands
4.1 fictie, les 1
Klas 2
Slide 1 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
- Terugblik (herhalen)
- Doel: je leert wat een open en een gesloten einde is
- Afsluiting
Slide 2 - Slide
Wat weet je nog over fictie? Vul in: Wat is fictie?
Slide 3 - Open question
Doel: je leert wat een open einde is
(maak aantekeningen)
Open einde:
- Bij een open einde laat de schrijver een aantal zaken onopgelost, waardoor de lezer zelf moet invullen hoe het verhaal verder zal gaan
Slide 4 - Slide
Voorbeelden van een open einde
- Wanneer de hoofdpersoon toch weer met een slechterik gaat praten of wanneer de hoofdpersoon toch weer op de trein stapt, op weg naar het meisje dat geen contact meer wilde. Er blijven dus vragen onbeantwoord.
Slide 5 - Slide
Doel: je leert wat een gesloten einde is.
- Bij een gesloten einde worden alle problemen en vragen in het verhaal opgelost.
Slide 6 - Slide
Voorbeelden van een gesloten einde:
- In romantische verhalen sluiten geliefden elkaar in de armen. In detectiveverhalen wordt de dader gevonden en sprookjes eindigen met: 'ze leefden nog lang en gelukkig'.
Slide 7 - Slide
Discussie
- Wat zijn de voordelen van een gesloten einde? En wat zijn de voordelen van een open einde?
Slide 8 - Slide
Een boek heeft een open einde als....
A
Alle vragen worden beantwoordt
B
Er vragen onbeantwoord blijven
C
De afloop niet wordt verteld
D
Je weet hoe het boek afloopt
Slide 9 - Quiz
Een boek heeft een gesloten einde als...
A
de lezer zelf moet doordenken hoe het verder zal gaan
B
het slot van het boek geheim blijft voor de lezer
C
de schrijver precies vertelt hoe alles afloopt
D
het slecht afloopt met de hoofdpersoon
Slide 10 - Quiz
Voorlezen
- Tekst 1, 2 en 3
- Je maakt opdracht 2
Slide 11 - Slide
Afsluiting Welke boeken lees je het liefst? Die met....