What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
1G Grieks 120121
DINSDAG 120121
Huiswerk overhoren
Maken Grammatica Tekst 4A (oefenboek blz. 33)
Huiswerk voor maandag 180121: Herhalen woorden les 3, Leren woorden 4B, Maken Inhoud 4A (oefenboek blz. 34)
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
DINSDAG 120121
Huiswerk overhoren
Maken Grammatica Tekst 4A (oefenboek blz. 33)
Huiswerk voor maandag 180121: Herhalen woorden les 3, Leren woorden 4B, Maken Inhoud 4A (oefenboek blz. 34)
Slide 1 - Slide
Hoe ziet de hoofdletter delta er uit?
A
Δ
B
Χ
C
Α
D
Θ
Slide 2 - Quiz
Wat hoort bij welke naamval? Sleep de juiste termen naar elkaar toe.
nominativus
accusativus
onderwerp
na een voorzetsel
naamwoordelijk deel van het gezegde
lijdend voorwerp
Slide 3 - Drag question
Wat betekent ὁ ἄνθρωπος?
A
angst
B
god
C
mens, man
D
dan, dus
Slide 4 - Quiz
Welke naamval?
τὸν ἥρωα
A
nominativus
B
accusativus
Slide 5 - Quiz
Welke naamval?
τὸν δεσπότην
A
nominativus
B
accusativus
Slide 6 - Quiz
A
ἡ
B
την
C
αἱ
D
τας
Slide 7 - Quiz
Λ
A
labda
B
ksi
C
pi
D
omega
Slide 8 - Quiz
Ξ
A
psi
B
ksi
C
pi
D
omega
Slide 9 - Quiz
A
ὁ
B
τον
C
οἱ
D
τους
Slide 10 - Quiz
A
ἡ
B
την
C
αἱ
D
τας
Slide 11 - Quiz
ρ
A
rho
B
dzeta
C
sigma
D
psi
Slide 12 - Quiz
Op welke letters eindigt het werkwoord in de 3e persoon ev.?
A
-ουσιν
B
-ει
C
-ειν
D
-ος
Slide 13 - Quiz
Hoe ziet de letter phi er uit?
A
χ
B
φ
C
ξ
D
ι
Slide 14 - Quiz
Welke naamval, getal en geslacht heeft: τὸν βίον
A
acc. mv. m.
B
nom. ev. o.
C
acc. ev. m.
D
acc. ev. o.
Slide 15 - Quiz
Wat betekent φοβερός?
A
verschrikkelijk
B
angstaanjagend
C
sterfelijk
D
bang
Slide 16 - Quiz
Wat betekent ζητει?
A
(hij/zij) zoekt
B
daarna
C
(hij/zij) vindt, ontdekt
D
zebra
Slide 17 - Quiz
Wat betekent μακρός?
A
verschrikkelijk
B
sterfelijk
C
macaber
D
lang
Slide 18 - Quiz
A
ὁ
B
τον
C
οἱ
D
τους
Slide 19 - Quiz
Wat past op de puntjes?
οἱ ἄνθρωποι .....
A
λέγει
B
λέγουσιν
C
λέγω
D
λέγειν
Slide 20 - Quiz
Welke letters komen er na κ, λ, μ, ν?
A
phi, chi, psi
B
ksi, omikron, pi
C
omikron, pi, ksi
D
pi, rho, sigma
Slide 21 - Quiz
Ὁ Εὐρυσθεὺς δεσπότης ἐστὶ καὶ δούλους ἔχει.
Welke functie heeft: δούλους
A
Onderwerp
B
Naamwoordelijk deel
C
Lijdend Voorwerp
D
Bijwoordelijk bepaling
Slide 22 - Quiz
Βαίνει πρὸς τὸ σπήλαιον ὁ ἥρως.
Welke functie heeft: ὁ ἥρως
A
Onderwerp
B
Naamwoordelijk deel
C
Lijdend Voorwerp
D
Bijwoordelijk bepaling
Slide 23 - Quiz
Τὸν Ἡρακλέα τὸ θηρίον λαμβάνει.
Welke functie heeft: Τὸν Ἡρακλέα
A
Onderwerp
B
Naamwoordelijk deel
C
Lijdend Voorwerp
D
Bijwoordelijk bepaling
Slide 24 - Quiz
More lessons like this
les 3
March 2018
- Lesson with
15 slides
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
functie nom +acc
September 2020
- Lesson with
14 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
2GA Grieks 23 november
November 2018
- Lesson with
33 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grieks klas 1C 26 mei
May 2020
- Lesson with
12 slides
Klassieke Talen
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
5A bespreken
October 2022
- Lesson with
14 slides
Klassieke Talen
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
herhaling woorden 3A en lidwoorden - declinatie 1-2
August 2024
- Lesson with
24 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
v2 - grieks
28 days ago
- Lesson with
19 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
2021-03-01 G3 Grieks Bijspijkerles 2
March 2021
- Lesson with
22 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3