Woordenschat G1X

Woordenschat          1 vwo
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woordenschat          1 vwo

Slide 1 - Slide

Je hebt geen woordenboek.
Hoe kun je de betekenis
van een moeilijk woord
achterhalen?

Slide 2 - Mind map

woordraadstrategieën
Zoek een synoniem
Zoek een omschrijving/ definitie
Zoek een voorbeeld
Zoek een tegenstelling
Zoek een bekend woorddeel
Bekijk de afbeelding

Slide 3 - Slide

Woordenschat H2
Bladzijde 54
startopdracht

Slide 4 - Slide

Manier van uitdrukken waarbij
een beeld duidelijk maakt wat je wilt zeggen.

A
alliteratie
B
attribuut
C
beeldspraak
D
klassieker

Slide 5 - Quiz

Rijm waarbij de beginmedeklinkers
van woorden of lettergrepen
hetzelfde zijn.
A
alliteratie
B
attribuut
C
parallellogram
D
klassieker

Slide 6 - Quiz

vaak gezongen lied,
veelgelezen boek, etc.
A
attribuut
B
klassieker
C
parallellogram
D
pictogram

Slide 7 - Quiz

Vierhoek waarvan de overstaande zijden evenwijdig zijn
A
attribuut
B
parallellogram
C
pictogram

Slide 8 - Quiz

voorwerp dat aan iets
of iemand wordt verbonden
A
attribuut
B
pictogram

Slide 9 - Quiz

Opdracht 1                blz. 54/online
1. twisten                             5. de rode draad           
2. beargumenteren        6. executie
3. canon                               7. onvoltooid
4. raamvertelling             8. gratie 

Slide 10 - Slide

antwoorden opdracht 1
1. van mening verschillen, bekvechten
2. duidelijk maken waarom je een bepaalde mening hebt
3. een lijst met boeken die je gelezen moet hebben
4. één verhaal is de omlijsting/het kader is van een groot aantal andere verhalen.

Slide 11 - Slide

antwoorden opdracht 1
5. een steeds terugkerend element
6. uitvoering van de doodstraf; het ter dood brengen als straf
7. niet afgemaakt
8. besluit om een gevangene niet terecht te stellen.

Slide 12 - Slide

Opdracht 4      blz 54
1 legendarische befaamde – synoniem
2 van oudsher sinds lang – omschrijving
3 aanhankelijk gehecht – synoniem
4 jegens tegenover – synoniem
5 prototype schoolvoorbeeld – synoniem
6 epos heldendicht – synoniem
7 decennium periode van tien jaar – omschrijving

Slide 13 - Slide

  1. 8 dolen zwerftochten maken – omschrijving; zwerven – synoniem
9 gecamoufleerd vermomd – synoniem
10 veronachtzamen geen aandacht geven (aan) – omschrijving
11 subtiel fijntjes – synoniem
12 aangeslagen geroerd; verdrietig – synoniem

Slide 14 - Slide

  1. 3. dramatisch hartverscheurend – synoniem
14 iets met argusogen bekijken
iets nauwlettend in de gaten houden of met wantrouwen bekijken – omschrijving
15 argwaan wantrouwen; achterdocht – synoniem

Slide 15 - Slide

16 de klassieken de schrijvers, dichters en kunstenaars uit de oudheid – definitie
17 hoeder bewaker – synoniem
18 etymologie wetenschap die bestudeert en beschrijft waar woorden en uitdrukkingen vandaan komen - definitie

Slide 16 - Slide

a om de tuin leiden beetnemen; bedriegen 
b onverschillig laks; ongeïnteresseerd; nonchalant
c (een) opgeheven vingertje waarschuwing; vermaning
d benaderen dichterbij komen
e kritisch scherp beoordelend
f aan de kaak stellen iets wat verkeerd is onder de aandacht brengen
g nederzetting plaats; kolonie; vestiging
h afgunstig jaloers


Slide 17 - Slide

opdracht 6
1 gratie 
2 beargumenteren
3 dramatische
4 om de tuin leiden
5 onverschillig
6 subtiele
7 etymologie
8 jegens
9 afgunstige

Slide 18 - Slide

opdracht 6
10 veronachtzamen
11 hoeder
12 aan de kaak stellen
13 argwaan
14 prototype
15 legendarische
Je houdt over: alliteratie, executie, kritisch, met argusogen bekijken, onvoltooid.


Slide 19 - Slide

Woordenschat H3      blz. 86
Opdracht 3: welke vond je moeilijk?
Quizlet over Woordenschat H2 
Opdracht 6 maken op blz. 86: zoek vooral naar voorbeelden in de tekst. 10.05 uur nakijken.
Klaar? Opdracht 8 en 9 maken.

Slide 20 - Slide

dinsdag 19 juni     G1X
- Woordenschat H3 blz. 87: opdracht 8 en 9 nakijken
- Woordenschat H2 Quizlet oefenen
- Poëzie en Fictie (maandag 22 juni af)

Slide 21 - Slide

Opdracht 8.    blz. 87
een boterbriefje halen is ‘officieel in het huwelijk treden’, maar met de ondertoon van relativering van het belang van het huwelijk, alsof het niet veel meer dan een papiertje is. 
roet in het eten gooien is ‘de zaak bederven’, ‘dwarsbomen’. Roet werd vroeger als geneesmiddel gebruikt; het had een bittere smaak en daardoor werd het een symbool voor bitterheid.
haaks staan op is ‘in volstrekte tegenspraak zijn met’. ‘Haaks’ is loodrecht.
schipbreuk lijden is ‘mislukken’, ‘niet doorgaan’. Meestal gaat het om plannen, pogingen of voorstellen.

Slide 22 - Slide

Opdracht 9    blz. 87
1 realiteit
2 getuige
3 symboliek
4 interpretaties
5 gadegeslagen
6 geijkte
7 formaliteiten
8 climax
Je houdt over: bekrachtiging, emancipatie, figuurlijk, ritueel.


Slide 23 - Slide

                Quizlet
Woordenschat                 H2 oefenen
timer
10:00

Slide 24 - Slide

Poëzie en Fictie blz. 191
Kies een blok Fictie en maak opdracht 1 t/m 5 
A. School
C. Familie
D. Vrienden
F. Sport

Slide 25 - Slide