H2 - Woordenschat 1VWO (NN6)

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Woordenschat H2

1VWO

Zoek een omschrijving of definitie

Hoeveel woorden ken jij al van hoofdstuk 2?

Wat betekent
van oudsher?

1. pasgeleden
2. een eeuw terug
3. sinds lang
4. alleen voor bejaarden

Wat betekent
legendarisch?

1. befaamd, beroemd
2. meneer Tak
3. wantrouwig
4. scherp beoordelend

Wat betekent
een prototype?

1. een apart type
2. een heldendicht
3. een waarschuwing
4. een schoolvoorbeeld

Wat betekent
een decennium?

1. een periode van honderd jaar
2. een periode van tien jaar
3. een periode van vijf jaar
4. een periode van duizend jaar

Wat ben je als je bent
gecamoufleerd?

1. vermomd
2. vermoord
3. vermoeid
4. verlegen

Wie worden bedoeld met
de klassieken?

1. de docenten van het Antonius
2. wetenschappers van literatuur
3. schrijvers / kunstenaars uit de oudheid
4. helden uit Shakespeare boeken

Wat is een ander woord voor
aangeslagen?

1. geroerd, verdrietig
2. opgeklopt, verluchtigd
3. getikt, beklopt
4. in elkaar geslagen

Wat doe je als je iets met
argusogen bekijkt?

1. dan kijk je scheel
2. dan bekijk je iets heel vluchtig
3. dan hou je iets wantrouwig in de gaten
4. dan leg je het onder een vergrootglas

Wat is een
hoeder?

1. een moeder, maar dan met een h
2. een broeder, maar dan met een h
3. een loeder, maar dan met een h
4. een bewaker

Wat doe je als je iemand om de tuin leidt?

1. dan bedrieg je iemand
2. dan geef je een rondleiding door de tuin
3. dan veroordeel je iemand scherp
4. dan laat je iemand verdwalen

Wat ben je als je
onverschillig bent?

1. jaloers
2. ongeïnteresseerd
3. wantrouwend
4. geroerd

Wat doe je als iemand
benadert?

1. dan loop je voorbij iemand
2. dan benadeel je iemand
3. dan kom je dichterbij
4. dan loop je weg bij iemand

Als je afgunstig bent,
dan ben je...

1. jaloers
2. kritisch
3. bedrogen
4. beroemd

Wat is een ander woord voor
subtiel?

1. Het kapsel van meneer Tak
2. fijntjes
3. jaloers
4. vermomd

Volgende week

Voor volgende week vrijdag een nieuwe weektaak:

Hoofdstuk 3 - woordenschat
(uitleg krijg je maandag)

Nieuwsbegrip

(hoor je nog)