Bs 3: De evolutietheorie

Thema 4: de evolutie 




Benodigheden
- schrift 
- Pen, potlood, etc.
- iPad / boek 

Cijfer
- NEE

LessonUp
Ja



Lesson Up
Ja




Tassen in
de tassenkast
Telefoons en jassen in je kluis
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 4: de evolutie 




Benodigheden
- schrift 
- Pen, potlood, etc.
- iPad / boek 

Cijfer
- NEE

LessonUp
Ja



Lesson Up
Ja




Tassen in
de tassenkast
Telefoons en jassen in je kluis

Slide 1 - Slide

today''s program 

bs 2: bacteriën, virussen en schimmels - terugblik 
bs 3:  de evolutietheorie 

leerdoelen:
4.3.1 je kunt uitleggen wat de neodarwinistische evolutietheorie inhoudt. 

biologische begrippen:
evolutie, neodarwinistische evolutietheorie, neodarwinisme, natuurlijke selectie, survival of the fittest, genetische variatie, mutaties, overlevingskans, selectiedruk, fitness, adaptatie

Slide 2 - Slide

welke uitspraak is juist volgens de (neo)darwinistische evolutietheorie?
A
individuen passen zich aan aan hun veranderende omgeving
B
individuen zijn altijd aangepast aan hun veranderende omgeving

Slide 3 - Quiz

De neodarwinistische evolutietheorie
1. genetische variatie
  • door mutatie en
  • recombinatie van genen: meiose en geslachtelijke voortplanting 

2. natuurlijke selectie 
  • bij selectiedruk overleven de beter aangepaste individuen, deze planten zich meer voort en geven de gunstiger allelen door aan hun nakomelingen 
(selectiedruk = de invloed van de milieufactoren op de genetische variatie in een populatie
  • soorten evolueren als de mutanten blijven voortbestaan en individuen van de oorspronkelijke vorm uitsterven 

3. soortvorming door reproductieve isolatie.

Slide 4 - Slide

leg uit volgens de Neodarwinistische evolutietheorie ...

Aanpak
- schrijf de eerste 2 stappen op
- pas ze toe in de 'context'

bijvoorbeeld :
  • genetische variatie --> Door de genetische variatie door mutaties en recombinatie van genen,  zijn er individuen van de (soort) die ongevoeliger zijn voor de/het (omgevingsfactor)  dan andere individuen. 

Slide 5 - Slide

bijvoorbeeld ... 
  1. genetische variatie --> 
Door de genetische variatie door mutaties en recombinatie van genen,  zijn er individuen van de kevers die ongevoeliger zijn voor het insecticide dan andere individuen.

2. natuurlijke selectie --> 
  • Hierdoor hebben de ongevoeliger types een grotere overlevingskans na een insecticidebespuiting dan de gevoeliger individuen. 
  • De ongevoeliger individuen krijgen daardoor meer nakomelingen die ook een grotere overlevingskans hebben en meer nakomelingen krijgen. 
  • Op die manier worden de allelen die voor de ongevoeligheid zorgen, uitgeselecteerd en zullen vaker voorkomen in de populatie
  • Bij blijvende bespuitingen met het insecticide zal de populatie kevers uiteindelijk alleen bestaan uit ongevoelige individuen. 

Slide 6 - Slide

toepassen in ..
antibioticaresistentie bij bacteriën 
resistent worden van schimmels tegen fungiciden
verandering van fenotypen in een populatie 


volgens de Neodarwinistische evolutie theorie 


Slide 7 - Slide

Larmackiaanse evolutietheorie
  1. Binnen een populatie is variatie binnen de individuen op basis van kenmerken van de voorouders. Dit zijn overerfbare eigenschappen. De kracht van de armspieren is overerfbaar
  2. Door selectieve druk zullen individuen zal het al of niet gebruik van bepaalde kenmerken ervoor zorgen dat deze kenmerken verder ontwikkeld worden of juist verloren raken
Een smid die hard werkt, krijgt sterkere armspieren
3. Kenmerken van voorouders worden doorgegeven aan het nageslacht.
Zijn zonen zouden bij het opgroeien ook zulke sterke armspieren krijgen en hun zonen ook weer.
4. Zolang er blootstelling is aan de selectieve druk, zal uiteindelijk de gehele populatie bestaan uit individuen met de epigenetische aanpassing.
Zolang het beroep van smid blijft bestaan, zullen alle mensen die smid zijn, sterke armspieren hebben. 

-> wat zou nu neolamarckiaanse evolutietheorie zijn? ..... iets met genexpressie...

Slide 8 - Slide

neolamarckiaans
1.Genetische aanleg 

2.Epigenetische reactie op omgevingsfactoren: Selectieve drukken, zoals veranderingen in het milieu, kunnen de verspreiding van bepaalde epigenetische kenmerken tijdens het leven bevorderen of afremmen. 

3.Transgenerationele overerving: epigenetische veranderingen worden over generaties doorgegeven zolang de veranderingen in het milieu constant blijven 

4.Selectieve druk en evolutie: selectieve drukken, zoals veranderingen in het milieu, kunnen de verspreiding van bepaalde epigenetische kenmerken beïnvloeden en zo evolutionaire veranderingen kunnen stimuleren. 

Slide 9 - Slide

verklaar de lange nek van de giraf volgens ... 
  • Lamarckiaanse evolutietheorie 
  • Neodarwinistische evolutie theorie 

let op: hoe te beantwoorden?
- eerst de beginselen van de theorie opschrijven
- daarna toepassen op de context

Slide 10 - Slide

neolamarckiaans

2.Epigenetische reactie op omgevingsfactoren: Tijdens het leven van een giraf kunnen omgevingsfactoren zoals voedselbeschikbaarheid en concurrentie om voedsel invloed hebben op de epigenetische regulatie / expressie van genen die betrokken zijn bij nekontwikkeling. 
(Bijvoorbeeld, een giraf die regelmatig moet strijden voor voedsel op hogere bomen kan genen activeren die de groei van de nek bevorderen.)

Slide 11 - Slide

neolamarckiaans
1.Genetische aanleg: Genetische aanleg: Giraffen hebben van nature een genetische aanleg voor langere nekken in vergelijking met andere dieren. (Dit kan te maken hebben met genetische variaties die leiden tot een grotere groei van wervels, spieren en bloedvaten in de nek). 



Slide 12 - Slide

neolamarckiaans

3.Transgenerationele overerving: de nakomelingen van giraffen die hebben geleefd in een omgeving met hogere bomen kunnen een verhoogde nek ontwikkeling erven, zelfs als ze niet dezelfde strijd om voedsel ervaren.

Slide 13 - Slide

neolamarckiaans

4.Selectieve druk en evolutie: Als giraffen met langere nekken een voordeel hebben bij het bereiken van voedselbronnen op hogere bomen, kunnen ze meer overlevingskansen en reproductief succes hebben. Dit kan leiden tot een toename van giraffen met langere nekken in de populatie over generaties heen.

Slide 14 - Slide

Waarom spelen mutatie een belangrijke rol in de evolutie?

Slide 15 - Open question

Wat betekent 'survival of the fittest'?

Slide 16 - Open question

Feiten :    genotype   +    milieufactoren  =       fenotype
Theorie: Neodarwinisme + Lamarckianisme bepalen het fenotype 
     genetische variatie     genexpressie 
    natuurlijke selectie 



Slide 17 - Slide

huiswerk
leer bs 3. / leer je aantekeningen
maak de vragen 31 t/m 39


Slide 18 - Slide