K.1 Wörterliste A & B


gebruiken
er is / 
er zijn

populair
geliefd

ieder jaar

maar

aber

beliebt

es gibt

benutzen
jedes Jahr
1 / 15
next
Slide 1: Drag question
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson


gebruiken
er is / 
er zijn

populair
geliefd

ieder jaar

maar

aber

beliebt

es gibt

benutzen
jedes Jahr

Slide 1 - Drag question

Welke Duitse woordjes
ken je al?

Slide 2 - Mind map

Vertaal:
in den Urlaub fahren

Slide 3 - Open question

Hauptstadt =
A
der-mannelijk
B
das-onzijdig
C
die-vrouwelijk
D
die-meervoud

Slide 4 - Quiz

De tegenstelling van alt =

Slide 5 - Open question

Land =
A
der-mannelijk
B
das-onzijdig
C
die-vrouwelijk
D
die-meervoud

Slide 6 - Quiz


ik heet

werken

de vakantie

rijden

het eiland

die Insel

die Ferien

arbeiten

ich heiße

fahren

Slide 7 - Drag question

Vertaal:
in der Nähe

Slide 8 - Open question

De tegenstelling van schlecht =

Slide 9 - Open question

Satz =
A
der-mannelijk
B
das-onzijdig
C
die-vrouwelijk
D
die-meervoud

Slide 10 - Quiz

De tegenstelling van richtig =

Slide 11 - Open question


luisteren

aanvinken


kijken

lopen /
gaan

gekleurd

bunt

gucken

ankreuzen

hören

gehen

Slide 12 - Drag question

Grenze =
A
der-mannelijk
B
das-onzijdig
C
die-vrouwelijk
D
die-meervoud

Slide 13 - Quiz

Noteer wat voor jou een goede manier is om woordjes te leren?

Slide 14 - Open question

.... heißt du?
..... Telefonnummer hast du?
.... bleibst du nicht?
....ist er gekommen?
..... wohnst du?

Wo

Warum

Welche

Wie

Wann

Slide 15 - Drag question