Kapitel 1 vraagwoordjes en woordenlijst A HAVO 1

Welke vraagwoorden ken je?
In het duits!
1 / 19
next
Slide 1: Mind map
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Welke vraagwoorden ken je?
In het duits!

Slide 1 - Mind map

Vertaal het vraagwoord: Wanneer
(Ich kann nicht sagen, ...... er kommt)

Slide 2 - Open question

Vertaal het vraagwoord: Waar....heen
(Wisst ihr nicht, ..... er morgen fährt?

Slide 3 - Open question

Vertaal het vraagwoord: Waar
(Weißt du, ..... er wohnt)

Slide 4 - Open question

Vertaal het vraagwoord: Waarvandaan
(..... kommst du?)

Slide 5 - Open question

Vertaal het vraagwoord: Hoe
(..... heißt du?)

Slide 6 - Open question

timer
1:00
.... heißt du?
..... Telefonnummer hast du?
.... bleibst du nicht?
....ist er gekommen?
..... wohnst du?

wo

warum

welche

wie

wann

Slide 7 - Drag question

welk Duits lidwoord hoort bij

Name
A
die
B
der
C
das

Slide 8 - Quiz

welk Duits lidwoord hoort bij

Freundin
A
die
B
der
C
das

Slide 9 - Quiz

Welk Duits lidwoord hoort bij:

Freund
A
die
B
das
C
der

Slide 10 - Quiz

Vertaal:
Pardon

Slide 11 - Open question

Vertaal naar het Nederlands
Wie geht es?

Slide 12 - Open question

Vertaal naar het Duits:
tot ziens

Slide 13 - Open question

Vertaal naar het Duits:
het mobieltje

Slide 14 - Open question

Vertaal naar het Duits:
de trein

Slide 15 - Open question

Vertaal naar het Duits:
de snelweg

Slide 16 - Open question

schrijf de getallen op van
0 tot en met 4

Slide 17 - Open question

zehn + sechs =

Slide 18 - Open question

zwölf + fünf =

Slide 19 - Open question