Grammatica h2

Toetsstof
1 / 47
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Toetsstof

Slide 1 - Slide

Woordjes

Slide 2 - Slide

maar

Slide 3 - Open question

de uitnodiging

Slide 4 - Open question

gaan

Slide 5 - Open question

de appel

Slide 6 - Open question

goedkoop

Slide 7 - Open question

de bioscoop

Slide 8 - Open question

boodschappen doen

Slide 9 - Open question

het geld

Slide 10 - Open question

het fruit

Slide 11 - Open question

meebrengen

Slide 12 - Open question

uitstappen

Slide 13 - Open question

bezoeken

Slide 14 - Open question

mooi

Slide 15 - Open question

spelen

Slide 16 - Open question

de trein

Slide 17 - Open question

Grammatica

Slide 18 - Slide

Lidwoorden
der, die of das?

Slide 19 - Slide

Lidwoord van "Mann"

Slide 20 - Open question

Lidwoord van "Adresse"

Slide 21 - Open question

Lidwoord van "Zeitung"

Slide 22 - Open question

Lidwoord van "Mädchen"

Slide 23 - Open question

Lidwoord van "Frau"

Slide 24 - Open question

Lidwoord van "Kind"

Slide 25 - Open question

Lidwoord van "Freundschaft"

Slide 26 - Open question

Lidwoord van "Buch"

Slide 27 - Open question

Lidwoord van "Sommer"

Slide 28 - Open question

Lidwoord van "Lehrer"

Slide 29 - Open question

Lidwoord van "Montag"

Slide 30 - Open question

Lidwoord van "Schwimmen"

Slide 31 - Open question

Lidwoord van "Beginn"

Slide 32 - Open question

Lidwoord van "Freiheit"

Slide 33 - Open question

Vervoeging van zwakke werkwoorden

Slide 34 - Slide

spielen - du

Slide 35 - Open question

antworten - er

Slide 36 - Open question

fragen - wir

Slide 37 - Open question

sagen - ich

Slide 38 - Open question

reisen - du

Slide 39 - Open question

machen - Sie/sie

Slide 40 - Open question

reden - ihr

Slide 41 - Open question

machen - sie (enkelvoud)

Slide 42 - Open question

Voltooid deelwoord

Slide 43 - Slide

Wat is de regel voor het het voltooid deelwoord bij gewone werkwoorden, zoals "hören"?

Slide 44 - Open question

Voltooid deelwoord van "spielen"

Slide 45 - Open question

Voltooid deelwoord van "machen"

Slide 46 - Open question

Voltooid deelwoord van "sagen"

Slide 47 - Open question