This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Biologie
Les: Dierlijke cellen
Datum: 05-11-2023
Naam Meneer de Vries
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je weet wat een dierlijke cel is
Je kunt uitleggen wat organen en orgaanstelsels zijn.
Je kunt organen benoemen in een torso. Je kunt drie orgaanstelsels van de mens beschrijven.
Slide 2 - Slide
Les doelen
Dierlijke cel tekenen met hierin de volgende onderdelen: Celmembraan;
Celplasma;
Celkern.
Slide 3 - Slide
Dierlijke cellen
Dieren bestaan uit cellen (mensen zijn volgens de biologie dieren)
Cellen zijn bouwstenen van een organisme
De foto van de cel is gemaakt met een microscoop, want cellen zijn erg klein en kun je niet zien met het blote oog
Slide 4 - Slide
Cellen van dieren
Organellen:
Celplasma: Dikke vloeistof met hierin opgeloste stoffen.
Celkern: In het celplasma ligt de celkern di bevat ons DNA.
Celmembraan: Om de celplasma heen ligt het celmembraan, dit is een dun vlies. Het is een beetje doorlaatbaar, hierdoor kunnen er voedingsstoffen in de cel en afvalstoffen uit de cel
Slide 5 - Slide
Dierlijke cel tekenen (Schematisch)
Teken deze cel precies na met een potlood
Trek strakke lijnen gebruik hiervoor je geodriehoek of liniaal
Schrijf je naam op de tekening
Lever de tekening in bij de docent.
timer
3:00
Slide 6 - Slide
Organen van de mens
Torso met 8 organen
Een orgaan is een deel van een organisme met een eigen taak.
Slide 7 - Slide
Orgaanstelsel
Organen die samen werken aan één taak heet een orgaanstelsel
3 orgaanstelsels;
Verteringsstelsel: Om voedsel te verteren
Bloedvatenstelsel: Vervoert bloed door je lichaam
Ademhalingsstelsel: Hiermee haal je adem
Slide 8 - Slide
Van klein naar groot
Cellen
Weefsel
Organen
Orgaanstelsel
Organisme
Slide 9 - Slide
Wat is een orgaan?
A
Een orgaan is een deel van een organisme met een eigen taak.
B
Een orgaan is een deel van een dier.
C
Een orgaan is een deel van een plant.
D
Een orgaan is een deel van een orgaan.
Slide 10 - Quiz
Zet bij ieder nummer het juiste orgaan
Slide 11 - Open question
Hoe noem je een groep organen die samenwerken?
A
Orgaanstelsel
B
Groep organen
C
Organisme
D
Orgaan
Slide 12 - Quiz
Je voedsel verteren hoort bij het
A
Bloedvatenstelsel
B
Verteringsstelsel
C
Ademhalingsstelsel
Slide 13 - Quiz
Bloed door je lichaam vervoeren hoort bij het
A
Ademhalingsstelsel
B
Verteringsstelsel
C
Bloedvatenstelsel
Slide 14 - Quiz
De longen zijn een onderdeel van het
A
Ademhalingsstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Verteringsstelsel
Slide 15 - Quiz
Welk orgaan hoort er niet bij
A
Aorta
B
Holle ader
C
Hart
D
Bronchie
Slide 16 - Quiz
Benoem de namen van de genummerde delen.
Slide 17 - Open question
Welk deel van de cel is donkerblauw gekleurd?
Slide 18 - Open question
Door welk deel van de cel gaat de kleurstof naar binnen?
Slide 19 - Open question
Bestaat een steen uit cellen? Leg je antwoord uit.