Een anekdote:Nadat Pruisen een aantal malen getroffen was door mislukte graanoogsten, vaardigde koning Frederik de Grote op 24 maart 1756 het zogenaamde Kartoffelbefehl (aardappelbevel) uit, omdat hij ervan overtuigd was dat met het verbouwen van aardappels hongersnood kon worden voorkomen. Magistraten en beambten moesten zijn onderdanen kennis laten maken met het nut van de aardappelplant en ervoor zorgen dat deze plant op iedere beschikbare plek werd verbouwd.
Bewering:
Het Kartoffelbefehl past bij het Verlichte beleid van Frederik de Grote. Leg de bewering uit.