1.2

Economie
  • bespreken 1.1
  • theorie 1.2 (budget, budgetlijn, begroting)
  • lezen en maken 1.2= huiswerk vrijdag 6 september



1 / 31
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Economie
  • bespreken 1.1
  • theorie 1.2 (budget, budgetlijn, begroting)
  • lezen en maken 1.2= huiswerk vrijdag 6 september



Slide 1 - Slide

Herhalen 1.1
Open je lapt en start LessonUp.

Slide 2 - Slide

schaarse goederen
vrije goederen
fietsbel
wind
Hamburger
zuurstof
fles bronwater spa
zee

Slide 3 - Drag question

Welke 4 productie factoren heb je vorige les geleerd?

Slide 4 - Open question


Wordt er op dit plaatje een dienst of een goed geproduceerd?

Slide 5 - Open question

Wat hebben middelen, behoeften en schaarste met elkaar te maken?

Slide 6 - Open question

Het budget
De middelen, het geld en vrije tijd waarover iemand beschikt.

Slide 7 - Slide

Voorbeeld
Je hebt een budget van € 6,- per week voor broodjes bij de kantine. Een belegd broodje kost €1,50 en een saucijzenbroodje kost €1,-. Je kunt dan kiezen uit de volgende mogelijkheden:

Slide 8 - Slide

Voorbeeld
Je hebt een budget van € 6,- per week voor broodjes bij de kantine. Een belegd broodje kost €1,50 en een saucijzenbroodje kost €1,-. Je kunt dan kiezen uit de volgende mogelijkheden:

Slide 9 - Slide

De budgetlijn
Je kunt dit laten zien a.d.h.v. een budgetlijn: combinaties van de keuzemogelijkhden.


Slide 10 - Slide

De budgetlijn
Je kunt dit laten zien a.d.h.v. een budgetlijn:





Slide 11 - Slide

De algemene vergelijking van een budgetlijn is als volgt:
Budget= (Pa x Qa) + (Pb X Qb)

De algemene vergelijking van een budgetlijn is als volgt:
Budget = (prijs goed 1 x aantal goed 1) + (prijs goed 2 x aantal goed 2)


In ons voorbeeld: 
6 = 1,50 x aantal broodjes + 1 x aantal saucijzenbroodjes


Slide 12 - Slide

Verschuiving budgetlijn
Als het budget of de prijs van de producten verandert, verandert ook de budgetlijn.
Stel dat de prijs van 
saucijzenbroodjes stijgt 
naar €1,50. 
Dan wordt de nieuwe 
budgetlijn:

Slide 13 - Slide

Verschuiving budgetlijn
Als het budget of de prijs van de producten verandert, verandert ook de budgetlijn.
Stel dat de prijs van 
saucijzenbroodjes stijgt 
naar €1,50. 
Dan wordt de nieuwe 
budgetlijn:

Slide 14 - Slide

Stel dat vervolgens je budget stijgt naar €7,50. 
Dan wordt de nieuwe budgetlijn:

Slide 15 - Slide

Oefensom
Gegeven is dat iemand een budget heeft van € 10. Hij koopt daarvan appels en bananen.
Een appel kost € 0,25 en een banaan € 0,50. 
1) Stel de vergelijking van de budgetlijn op.
2) Teken de budgetlijn.
Stel dat prijs van bananen stijgt.
3) Hoe verschuift de budgetlijn? (Maak schetsje.)

Slide 16 - Slide

Uitwerking oefensom
1) 10 = 0,25 x qa + 0,50 x qb
2) 
3)

Slide 17 - Slide

Zelfstandig werken
timer
15:00

Slide 18 - Slide

Keuzes maken: begroting
Overzicht van de verwachte inkomsten en verwachte uitgaven in een bepaalde periode.
Inkomsten: loon, zakgeld, rente, huur e.d.
Uitgaven: dagelijkse uitgaven, vaste lasten, incidentele uitgaven

Slide 19 - Slide

Nibud

Slide 20 - Slide

Tot welke groep behoort een verjaardagscadeau?
A
Dagelijkse uitgaven
B
Incidentele uitgaven
C
Vaste lasten

Slide 21 - Quiz

Tot welke groep behoort de aankoop van een nieuwe mobiel?
A
Dagelijkse uitgaven
B
Incidentele uitgaven
C
Vaste lasten

Slide 22 - Quiz

Tot welke groep behoort de aankoop van een blikje fruitsap?
A
Dagelijkse uitgaven
B
Incidentele uitgaven
C
Vaste lasten

Slide 23 - Quiz

Tot welke groep behoort een abonnement op een tijdschrift?
A
Dagelijkse uitgaven
B
Incidentele uitgaven
C
Vaste lasten

Slide 24 - Quiz

Zelfstandig werken
timer
15:00
Huiswerk 1.2 voor woensdag 20 september

Slide 25 - Slide

Eco woensdag 20 september
  • bespreken 1.2 budgetlijn 
  • theorie 1.3
  • lezen en maken 1.3

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide