1 Fases van water

Meesteropdracht 
Water




1 / 20
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Meesteropdracht 
Water




Slide 1 - Slide

Even een opwarmertje.. ;-)

Slide 2 - Slide

De mens bestaat voor ... deel uit water
A
1/3
B
1/2
C
2/3
D
3/4

Slide 3 - Quiz

Fases van water
Het woord fase betekent "tijdelijke toestand", het gaat dus om iets tijdelijks. Het water hoeft niet altijd die fase te hebben, het kan veranderen. Maar welke fases zijn er van water? Druk op de punaises in de volgende slide voor uitleg. 

Slide 4 - Slide

Gas
Water in de gasvorm is waterdamp. Waterdamp kun je niet zien. We beelden het vaak wel af als een wolkje. Dit komt doordat als waterdamp afkoelt, je hele kleine druppeltjes water krijgt. Deze kleine druppeltjes water zie je als een wolkje. 
Vloeibaar
Water komt het meeste voor als vloeistof. Als je de kraan openzet, zie je de vloeibare fase. Vloeibaar komt van het woord, vloeien. Vloeien betekent zacht stromen. Net als het water wat uit de kraan komt (als je hem zachtjes open zet dan ;-) )
Vast
De vaste vorm van water is IJs. Over IJs kun je namelijk lopen. Dat betekent dat de waterdeeltjes zo dicht op elkaar zitten, dan er geen ruimte meer tussen is. Hierdoor is het water 1 geheel. En kun je er overheen lopen. 

Slide 5 - Slide

Faseovergangen
Tussen elke fase zitten de faseovergangen. 

Bekijk het volgende filmpje. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Vragen
Beantwoord nu eerst de volgende vragen. 

Slide 8 - Slide

Wat is de temperatuur van kokend water?
A
78 graden Celsius
B
100 graden Celsius

Slide 9 - Quiz

Welke faseovergang zie je hier
A
dooien
B
bevriezen
C
condenseren
D
smelten

Slide 10 - Quiz

Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren

Slide 11 - Quiz

Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren

Slide 12 - Quiz

Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren

Slide 13 - Quiz

Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren

Slide 14 - Quiz

Door welke faseovergang is dit ijs ontstaan?
A
rijpen
B
bevriezen
C
smelten
D
condenseren

Slide 15 - Quiz


Welke faseovergang zie je in het plaatje?
A
Verdampen
B
Condenseren
C
Sublimeren
D
Koken

Slide 16 - Quiz

De was droogt ook als het vriest.
Welke faseovergang heeft er plaatsgevonden?
A
stollen
B
verdampen
C
smelten
D
vervluchtigen

Slide 17 - Quiz

In welke fase zit water als het mist?
A
vast
B
gas
C
vloeibaar

Slide 18 - Quiz

Waaruit bestaat een wolk?
A
Waterdamp
B
Druppels water
C
Waterdamp én waterdruppels

Slide 19 - Quiz

Einde

Slide 20 - Slide