This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
wat hoort er bij de pre-analytische fase
A
bloedafname
B
patienten identificatie
C
verplaatsing buizen naar lab
D
alle antwoorden zijn goed
Slide 1 - Quiz
Slide 2 - Slide
Op het aanvraagformulier staat de volgorde en kleuren van de buizen
A
waar
B
niet waar
Slide 3 - Quiz
welke buizen zitten in het trauma pakket en in welke volgorde
A
rood-oranje-geel-groen-blauw
B
rood-groen-paars
C
maakt niet uit als je uit de infuuslijn prikt
D
paars-groen-rood
Slide 4 - Quiz
Rood Bloed Geeft Pijn!!!
Rood Blauw Groen Paars
Slide 5 - Slide
Hoelang mag je een stuwband maximaal omlaten tijdens het bloedprikken
A
maakt niet uit
B
1 minuut
C
10 minuten
D
1 uur
Slide 6 - Quiz
wat is er belangerijk als er bloed wordt afgenomen uit een infuus/arterielijn
A
Indien er al vloeistof door de lijn is gelopen moet het 10 min stilgelegd worden
B
Er moeten 2 rode buizen worden afgenomen worden waarvan de eerste weggegooit moet worden
C
Op het aanvraag formulier noteren dat het uit een infuus/arterie lijn is afgenomen
D
alle antwoorden zijn goed
Slide 7 - Quiz
Hoevaak moet je bloedbuizen minimaal zwenken na afname
A
maakt niet uit
B
2 keer
C
4 keer
D
6 keer
Slide 8 - Quiz
Wat moet er minimaal op een lab aanvraagformulier staan
A
naam/ID nummer
aanvrager
welke testen
B
naam/ID nummer
geboortedatum
aanvrager
C
naam/ID nummer
welke testen
geslacht
D
naam/ID nummer
welke testen
geboortedatum
Slide 9 - Quiz
maakt het uit of je bloedgas (groene buis) veneus afneemt en niet arterieel?
A
ja
B
nee
C
niet altijd
Slide 10 - Quiz
Wat is het verschil tussen een antistof en een antigeen
A
Een antistof bestrijd vreemde stoffen, een antigeen zit op een cel
B
Een antigeen bestrijd vreemde stoffen, een antistof zit op een cel
Slide 11 - Quiz
antistof
antigeen
Slide 12 - Slide
Wat zijn de bekende antigenen bij bloedgroepen?
A
A,B,AB,0,D
B
A,B,0,D
C
A,B,D
D
A,B,0
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
Zijn er nog meer antigenen dan ABD bij bloedgroepen en zo ja heb jij deze ook?
A
ja er zijn meer antigenen en ik heb ze niet
B
ja er zijn meer antigenen en ik heb ze misschien
C
ja er zijn meer antigenen en ik heb ze zeker
D
nee
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Welke antigenen en antistoffen heeft iemand met bloedgroep A
A
antigeen B
antistof A en 0
B
antigeen A
antistof B en 0
C
antigeen B
antistof A
D
antigeen A
antistof B
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Slide
Welke antigenen en antistoffen heeft iemand met bloedgroep 0
A
antigeen 0
antistof A en B
B
antigeen A en B
antistof 0
C
geen antigeen
antistof A en B
D
antigeen A en B
geen antistof
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Slide
een patient heeft bloedgroep 0 neg, welke bloedgroep mag hij/zij ontvangen?
A
A neg
B
0 neg
C
0 pos
D
AB neg
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Slide
Een patient heeft bloedgroep AB pos, welke bloedgroep mag hij/zij ontvangen?
A
0 pos
B
0 neg
C
AB neg
D
alle bloedgroepen
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Slide
Een vrouw van 28 komt op de R2B en heeft meteen bloed nodig welke bloedgroep ga je toedienen?
A
0 pos
B
0 neg
C
A pos
D
AB neg
Slide 25 - Quiz
Slide 26 - Slide
De vrouw van 28 gaat naar de ok en heeft extra bloed nodig de lab waardes zijn al binnen. Daarop staat dat de patiënt A pos is. De bloedbank heeft alleen maar een beperkte voorraad 0 pos en 0 neg mee. Welke bloedgroep ga je toedienen.
A
0 pos
B
0 neg
C
maakt niet uit
Slide 27 - Quiz
welke blokjes moeten er van het bloed aanvraagformulier worden ingevuld voordat het formulier naar de bloedbank kan