11 de noviembre

Miércoles el 11 de noviembre

                                                                                                 Profesora Maartje
  • Ga zitten op je eigen plaats  
  • Pak je spullen
  • Kauwgum in de prullenbak
  • Jas op de stoel
  • Telefoons weg 
Heb je iets niet af/ niet bij je? Meld dit bij de docent

1 / 13
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Miércoles el 11 de noviembre

                                                                                                 Profesora Maartje
  • Ga zitten op je eigen plaats  
  • Pak je spullen
  • Kauwgum in de prullenbak
  • Jas op de stoel
  • Telefoons weg 
Heb je iets niet af/ niet bij je? Meld dit bij de docent

Slide 1 - Slide

This item has no instructions



Hora 7
  1. Leerdoelen 
  2. Ejercicio gramática 
  3. Descanso 5 min




Hora 8
  1. Texto SE 
  2. Bespreken 
  3. Conclusión
¿Qué vamos a hacer hoy?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 
Después de la clase (na deze les): 
  • Kan ik de presente perfecto herkennen in een tekst en zelf vervoegen  
  • Kan ik verbos reflexivos herkennen in een tekst en zelf vervoegen 
  • Kan ik zelfstandig een schoolexamentekst oefenen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Ik begrijp het niet.
Kunt u mij helpen?
Kan ik naar het toilet?
Heeft u de cijfers?
Kunt u dat herhalen? 
No lo entiendo.
¿Repítalo por favor?
¿Puedo ir al baño?
¿Puede ayudarme?
¿Tiene las notas?

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Presente. Vervoeg het werkwoord Bailar. Yo.... vosotros....

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Vervoeg het werkwoord comer (eten).
Tú.... Ellos...

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Vervoeg het werkwoord vivir (leven/wonen).
Ella... nosotros.....

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Fuente D. Gramática
  1. Lees de tekst op de volgende slide en markeer ALLE werkwoordsvormen die je ziet.
  2.  Wanneer wordt he/ha + ido/ado gebruikt? Wanneer de presente (gewone tegenwoordige tijd)?
  3. Wissel de regels die je hebt gevonden uit in tweetallen.
  4. Klassikaal stellen we centrale regels op. Noteer deze.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Fuente D. Gramática
Estoy en Barcelona con mi amigo. Nunca he estado en una ciudad tan grande. No he dormido en toda la semana por los nervios. Por eso, estoy un poco cansado. Tampoco he podido dormir en el avión. Pero, ahora nos gustaríamos saber qué podemos hacer en Barcelona. A mí me gustan los deportes, pero a mi amigo no le gustan. Hacer una ruta en bici me parece genial, pero a él no. He hecho muchas rutas en bici en mi propia ciudad, así que me gusta hacer una ruta en bici en una ciudad más grande. Mi amigo nunca ha hecho rutas en bici, prefiere ir en coche. Tenemos un problema.  

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

Neem aantekeningen van deze slide. Met name de vervoeging van het werkwoord "haber"
Ejercicio 
  1. Ga in de tekst van bron C op zoek naar alle vormen van de presente perfecto en onderstreep/noteer deze. (3-5min) 
  2. Waarom wordt hier de presente perfecto gebruikt? Overleg in tweetallen (2-5 min) en noteer je verklaring. 
  3. Klassikaal bespreken
  4. ¿List@? Ejercicio 13B, C y D. 
  5. ¿List@? Kijk vast naar fuente E! 

Slide 12 - Slide

Bij 1 en 2: gebruik maken van individuele aanspreekbaarheid om te checken wat de lln hebben gevonden 
Fuente E. Frases claves
Zie ppt.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions