47 Latijn coniunctivus (alles)

De coniunctivus heeft als uitgangen -m, -s, -t, -mus, -tis, -nt
A
Nee, een -o ipv een -m
B
Ja, dit zijn alle uitgangen
C
Nee, het zijn -r, -ris, -tur, -mur, -mini, -ntur
D
Ja, maar ook -r, -ris, -tur, -mur, -mini, -ntur voor passief
1 / 19
next
Slide 1: Quiz
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

De coniunctivus heeft als uitgangen -m, -s, -t, -mus, -tis, -nt
A
Nee, een -o ipv een -m
B
Ja, dit zijn alle uitgangen
C
Nee, het zijn -r, -ris, -tur, -mur, -mini, -ntur
D
Ja, maar ook -r, -ris, -tur, -mur, -mini, -ntur voor passief

Slide 1 - Quiz

vertaal: Hac victoria gaudeamus.
(gaudere + abl. = zich verheugen over)

Slide 2 - Open question

Hoe kun je een coniunctivusvorm in de hoofdzin NIET vertalen?
A
wens
B
aansporing
C
twijfel
D
afhankelijke vraag

Slide 3 - Quiz

Vertaal: Cum numerus virorum cresceret, deerant mulieres Roma.

Slide 4 - Open question

vertaal: Si filiam habuissem, felix fuissem
(felix - gelukkig)

Slide 5 - Open question

Vertaal:
Utinam pacis condiciones accepissemus!
(accipere = aanvaarden; condicio = voorwaarde)

Slide 6 - Open question

Vertaal:
Imperator hoc dubitet.

Slide 7 - Open question

Utinam pater lacrimis nostris commoveatur.
Welke coniunctivus?
A
wens
B
mogelijkheid
C
irrealis
D
aansporing

Slide 8 - Quiz

vertaal: Hac victoria gaudeamus.
(gaudere + abl. = zich verheugen over)

Slide 9 - Open question

valeam
A
coni. prae
B
coni. impf
C
ind. prae
D
ind. impf

Slide 10 - Quiz

Ne credatis istis barbaris.
Welke coniunctivus?
A
wens
B
mogelijkheid
C
verbod
D
aansporing

Slide 11 - Quiz

coniunctivus per tijd herkennen
plusq. perf.
perfectum
imperfectum
praesens
venirent
venissent
venerint
veniant

Slide 12 - Drag question

Coni. perf. < > Ind. fut. ex.
Welke vorm is niet gelijk?
A
1e pers. ev.
B
2e pers. ev.
C
3e pers. ev.
D
alle zijn gelijk

Slide 13 - Quiz

vastaret
A
coni. prae
B
coni. impf
C
ind. prae
D
ind. impf

Slide 14 - Quiz

coniunctivus
indicativus
geen van beide
possim
possum
possem
poteram
potero
potuero
posse
potui

Slide 15 - Drag question

vertaal:
Marcus et Cornelia non canem possunt invenire. Ubi quaerant ?

Slide 16 - Open question

Vertaal:
Marcus et Cornelia in hortum veniunt. ‘O canis’, Cornelia dicit, ‘utinam semper hic maneas!’

Slide 17 - Open question

Vertaal:
Ancillas, quae togas emant, ad forum mittis.

Slide 18 - Open question

vertaal:
Cum aegra sit, tamen venit.

Slide 19 - Open question