Hoofdstuk 6 paragraaf 2 De gouden eeuw van Nederland

H6 Regenten en vorsten
Paragraaf 2 De gouden Eeuw van Nederland
1 / 25
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H6 Regenten en vorsten
Paragraaf 2 De gouden Eeuw van Nederland

Slide 1 - Slide

• Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen: ‘De bijzondere plaats in staatkundige opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.’
• Je kan uitleggen welke staatkundige situatie er was in de Republiek.
• Je kan uitleggen hoe in Nederland een bloeiende economie ontstond.
• Je kan uitleggen hoe de Nederlandse cultuur tot grote bloei kwam.
• Je kan uitleggen wie er de macht had in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
• Je kan uitleggen wat het verschil was tussen de Republiek en de andere landen.
• Je kan uitleggen hoe de zeven gewesten samenwerkten.
• Je kan voorbeelden van Generaliteitslanden noemen.
• Je kan uitleggen wat regenten zijn.
• Je kan uiteggen wie het hoogste bestuur had.

• Je kan uitleggen welke macht de stadhouder had.
• Je kan uitleggen hoe de stadhouder zich als vorsten ging gedragen.
• Je kan uitleggen waarom Amsterdam belangrijkste stapelplaats in Europa werd.
• Je kan uitleggen hoe Amsterdam de belangrijkste stapelplaats in Europa werd.
• Je kan uitleggen waarom de groei van de welvaart en handel positief was voor de nijverheid.
• Je kan uitleggen dat de groei van de welvaart positief was voor de landbouw.
• Je kan het verschil uitleggen tussen de kunst in de Republiek en de rest van Europa.
• Je kan belangrijke namen noemen van Nederlandse kunstenaren in de gouden eeuw.
• Je kan uitleggen waarom de Republiek een gewilde plek was om te wonen voor buitenlandse geleerden.
• Je kan het verschil uitleggen tussen gewetensvrijheid en godsdienstvrijheid.

Slide 2 - Slide

Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen: ‘De bijzondere plaats in staatkundige opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.’

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Video

Leg in je eigen woorden uit wat regenten waren

Slide 5 - Open question

1588
  • Republiek der Zeven Verenigde Provinciën
  • Geen koning, geen centraal bestuur

Slide 6 - Slide

Regenten

  • Rijke koopmannen die bestuursmacht kregen
  • in stedelijke, gewestelijke en plattelandsbesturen
  • verdeelden de baantjes in een kleine kring van families

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

De Staatskundige situatie in de Republiek
Generaliteitslanden:  Landen veroverd op de Spanjaarden. 

Voorbeelden: 
  • Noord-Brabant.
  • Zeeuws-Vlaanderen
  • Limburg

Slide 9 - Slide

Leg uit waarin het bestuur van de Nederlanden verschilde van dat van andere landen
timer
1:00

Slide 10 - Open question

Leg uit wat de rol was van een stadthouder.

Slide 11 - Open question

Stadhouder




  • opperbevelhebber van leger en vloot
  • meebeslissen over benoeming van nieuwe regenten
  • 1650-1672 stadhouderloos tijdperk


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Noem 3 oorzaken van de Gouden Eeuw in Nederland.

Slide 14 - Open question

Een bloeiende economie
17de eeuw was voor Nederland een economische bloeiperiode genaamd de Gouden Eeuw. 

Dit kwam door de handel. 

Na de val van Antwerpen werd Amsterdam de belangrijkste stapelplaats van Europa. 

Dit kwam doordat veel rijke kooplieden geld, contacten en deskundigheid meenamen naar Amsterdam

Slide 15 - Slide

Een bloeiende economie
De groei van de welvaart en handel had ook invloed op de:
  • Huisnijverheid
  • Landbouw.
  • Internationale status van steden en producten. 

Slide 16 - Slide

Noem de 3 kenmerkende van de bijzondere kunst in de Republiek.

Slide 17 - Open question

Culturele bloei
Tijdens de gouden eeuw beleefde Nederland ook cultureel een gouden eeuw. 
Bijvoorbeeld: 
  • Rembrandt van Rijn
  • Johannes Vermeer
  • Frans Hals
  • Jan Steen

Slide 18 - Slide

Culturele bloei
Verschil tussen kunst in de Republiek en rest van Europa: 

  • Kunst was in Europa vooral voor vorsten, adel en de kerk. 
  • In de Republiek waren het vooral burgers die kunst kochten. 
  • Kunst in Europa werd vooral geloof of belangrijke dingen uitgebeeld. 
  • In de Republiek werd vooral dagelijkse dingen uitgebeeld. 

Slide 19 - Slide

Culturele bloei
Wetenschap kreeg de Republiek ook een vooraanstaande rol: 

De Republiek kon zo groot worden omdat in Nederland geestelijke vrijheid groot was. 

Slide 20 - Slide

Leg het verschil uit tussen gewetensvrijheid en godsdienstvrijheid

Slide 21 - Open question

Culturele bloei
In de Republiek was geen godsdienstvrijheid, maar er was wel gewetensvrijheid. 

Dit betekende dat je mocht geloven wat je wilt, maar je mocht niet alle geloven in het openbaar belijden. 

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen: ‘De bijzondere plaats in staatkundige opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.’

Slide 24 - Open question

Huiswerk: paragraaf 6.2. 
  1. Maken paragraaf 6.2. 
  2. Leren leerdoelen 6.2.  

Slide 25 - Slide