3.4 - Uitscheiding (Nieren)

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Thema 3: De bloedsomloop

Basisstof 4: De nieren.

vmbo kgt 2

vandaag

•  Herhaling 3.1 t/m 3.3 - 15 min
• Uitleg 3.4 - 10 min
• Werktijd / poster opdracht - rest
• Afsluiting - 10 min

VOLGENDE WEEK SO BASISSTOF 1 TM 3 VOOR BONUSPUNT !

Herhaling

3.1 tot en met 3.3

Wat is de functie van het hart?

Welk bloedvat vervoert bloed NAAR het orgaan?

1. Haarvaten
2. aders
3. slagaders
4. allemaal

Hoe heet het bloedvat dat bloed NAAR de nieren vervoert?

Welk bestandsdeel van het bloed vervoert zuurstof?

1. Bloedplasma
2. Bloedplaatjes
3. Rode bloedcellen
4. Witte bloedcellen

Hoe heet het bloedvat dat zuurstofrijk bloed VANAF het hart NAAR de organen brengt?

Zuurstofarm bloed is in afbeeldingen .... gekleurd.

1. Rood
2. Blauw

Via welke bloedvaten komt zuurstofarm bloed terug in het hart?

Welke slagader is zuurstofarm?

1. Aorta
2. Longslagader
3. Nierslagader
4. Alle slagaders

Welke kant van het hart is zuurstofARM?

1. linker boezem en linker kamer
2. Rechter boezem en rechter kamer
3. alleen de boezems
4. alleen de kamers

Leerdoel

Aan het einde van de les:

Kun je de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies.

Uitscheiding

Uitscheiding is het proces waarbij afvalstoffen uit het bloed gehaald worden en uit het lichaam worden verwijderd.

Uitscheiding vindt plaats in je longen (koolstofdioxide) en vooral in je nieren.

Je nieren maken van de afvalstoffen urine.

Bouw

De nierschors en niermerg verwijderen afvalstoffen, overtollig water, overschot aan zout en schadelijke stoffen uit het bloed.

Dit wordt uiteindelijk urine.

Bouw

In de nierbekken wordt alle urine verzameld, deze gaat vervolgens via de urineleider naar de blaas. 

Als deze vol is dan plas je de afvalstoffen uit.