blaasspoelen

1 / 14
next
Slide 1: Video
ZorgkundeMBOStudiejaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Er zijn verschillende soorten blaasvloeistoffen met ieder een eigen werking.
NaCl 0,9% is voor het eenvoudig reinigen van de blaas en katheter.
Solutio R is vooral om verkalking van de katheter te voorkomen. Verkalking van de katheter kan pijn en schade opleveren bij et verwijderen van de katheter.
Solutio G voorkomt kristalvorming en geeft minder kans op urineweginfecties.
voordat je de blaasspoelvloeistof aansluit op de katheter sluit je de klem zodat er geen blaasspoelvloeistof uit het zakje loopt. Wanneer je de vloeistof in laat lopen zet je de klem open. Wanneer alle vloeistof in de blaas is gelopen sluit je de klem zodat de blaasvloeistof in de blaas blijft. Wanneer je de klem daarna weer open zet zal de blaasspoelstof weer uit de blaas lopen. Let wel op dat alle spoelvloeistof uit de blaas loopt.
Zorg voor handhygiene en draag handschoenen tijdens de handeling.
Zorg dat er een handoek of celstofmat onder de zorgvrager ligt.
Voordat je de spoelvloeistof inbrengt leg je deze in handwarm water. Wanneer de spoelvloeistof te koud is tijdens het inbrengen kan dit voor blaaskrampen zorgen. Ook te snel in laten lopen van de vloeisstof kan voor  blaaskrampen zorgen.
Kijk uit met het opwarmen van de vloeisstof in de magnetron, dit is snel te warm.
Op deze foto zie je een open systeem. Je sluit de uro-tainer aan op de katheter en na afloop verwijder je deze weer.
Bij een gesloten systeem heeft de zorgvrager altijd een 3 lumen katheter. De spoelvloeistof loopt dan continue in en wordt ook weer afgevoerd. Dit is bijvoorbeeld na een operatie aan de blaas of een spoeling waarbij de blaas gespoeld wordt totdat er geen bloedstolsels meer zijn of bij een spoeling met een chemovloeistof.
Zet het klemmetje op en en laat de vloeistof rustig inlopen. Knijp niet in het zakje maar houdt het zakje hoger dan de blaas. Wanneer je in het zakje gaat knijpen verhoog je de druk. Wanneer de vloeisstof is ingelopen zet je het klemmetje dicht zodat de vloeisstof in de blaas achter blijft. Na een aantal minuten zet je de klem weer open en kan de spoelvloeistof teruglopen in de uro-tainer. Houdt het zakje lager dan de blaas zodat de vloestof makkelijk terugloopt in de uro-tainer.
Het spoelen van de blaas valt onder voorbehouden handelingen, een uitvoeringsverzoek is dus nodig.
Blaasspoelen of katheter spoelen.
Spoelen van de blaas heeft als doel medicatie aan te brengen aan de blaaswand (blaasinstillatie) of om bloedstolsels of debris (bezinksel) uit de blaas te verwijderen. Spoelen om debris weg te halen, gebeurt altijd met een ruime hoeveelheid spoelvloeistof.

Spoelen van de katheter heeft als doel de katheter doorgankelijk te houden door encrustratie (letterlijk ‘korstvorming’, of aanslag/verkalking aan de binnenkant van de katheter) en debrisvorming te voorkomen en te verwijderen. Katheterspoelen is zinvol bij cliënten die snel een verstopte blaaskatheter hebben. Katheterspoelen gebeurt altijd met een kleine hoeveelheid spoelvloeistof.
Doordat er iedere keer een open verbinding met de buitenlucht ontstaat, kunnen bacteriën gemakkelijk naar binnen gebracht worden en een infectie veroorzaken.
Aandachtspunten zijn:
1. Werk aseptisch.
2. Voorkom dat het aansluitpunt van de urineopvangzak in aanraking komt met de omgeving. Als dat wel gebeurt moet het aansluitpunt worden gedesinfecteerd met alcohol 70%.
3. De aansluitpunten van de katheter en het spoelzakje mogen niet met de handen aangeraakt worden.
Je licht vooraf je zorgvrager in. Vertel wat je gaat doen en wat een zorgvrager kan verwachten.

Slide 2 - Slide

1 Waarom mag je spoelvloeistof niet onder druk in de blaas laten lopen?

Slide 3 - Open question

2 Laat de verzorgende op de foto de spoelvloeistof inlopen of uitlopen en waarom is dit?

Slide 4 - Open question

3 Waarom draagt de verzorgende handschoenen tijdens de handeling?

Slide 5 - Open question

4 Moet de handeling septisch of aseptisch uitgevoerd worden?

Slide 6 - Open question

4 Wat is de juiste temperatuur van de spoelvloeistof tijdens het inbrengen?

Slide 7 - Open question

5 Waarvoor gebruik je het klemmetje die op de uro-tainer zit?

Slide 8 - Open question

6 Wat kan er aan de hand zijn als niet alle spoelvloeistof weer in de uro-tainer terugloopt

Slide 9 - Open question

7 Wat doe je wanneer het aansluitpunt in aanraking komt met de omgeving?

Slide 10 - Open question

8 Wat is het verschil tussen een open en een gesloten systeem bij blaasspoelen?

Slide 11 - Open question

9 Wat versta je onder katheterspoelen?

Slide 12 - Open question

10 Welke spoelvloeistof gebruik je om kristalvorming te voorkomen?

Slide 13 - Open question

11 Wanneer gebruik je bij blaasspoelen een katheter met 3 lumen?

Slide 14 - Open question