FICTIE termen

PO FICTIE
In deze LessonUp vind je verschillende filmpjes over de literaire begrippen die je gaat beschrijven. 

Naast de uitleg in het PO, het boek (Talent, FICTIE) en de informatie op Montened.webnode.nl kan je de filmpjes gebruiken bij de uitwerking van de literaire begrippen. 

Veel succes!
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quiz, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

PO FICTIE
In deze LessonUp vind je verschillende filmpjes over de literaire begrippen die je gaat beschrijven. 

Naast de uitleg in het PO, het boek (Talent, FICTIE) en de informatie op Montened.webnode.nl kan je de filmpjes gebruiken bij de uitwerking van de literaire begrippen. 

Veel succes!

Slide 1 - Slide

Nederlands
           Fictie


Trede 8

Slide 2 - Slide

Planning/ doelen deze les
  1. Planning: trede (7), 8, 9
  2. Literaire begrippen/ FICTIE 
  3. Bingokaart invullen (begin)
  4. Wat heb je geleerd?

Slide 3 - Slide

Literaire begrippen

Slide 4 - Slide

Je mening geven 

Onderdeel 1 - Je mening geven     (3 beoordelingswoorden)

Bekijk het filmpje over beoordelingswoorden (volgende slide) 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Personages
Onderdeel 2 - Personages    
Je leert de personen in verhalen op de volgende manier kennen:
1. door wat ze doen en zeggen,
2. door hun reacties in moeilijke situaties en op anderen,
3. door wat ze denken, voelen, willen, moeilijk vinden,
4. door wat andere personen over hen denken of zeggen,
5. door wat de verteller over hen zegt,

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Literaire begrippen 
Hoofdpersoon beschrijven

Maak van je beschrijving(en) gebruik van de punten 
- innerlijk 
- uiterlijk 
- Leeftijd, familie, school, hobby’s, andere opvallende, belangrijke zaken
- De ontwikkeling van de hoofdpersoon in het verhaal
- Is de hoofdpersoon realistisch en kon je je inleven?
 

Slide 9 - Slide

Titelverklaring en auteur
Onderdeel 3 - Titelverklaring en auteur

  Vermeld een aantal bijzonderheden over de schrijver. 
 Waarom heeft de schrijver volgens jou deze titel gekozen voor het boek?


Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Tijd
Onderdeel 4 - Tijd

Waar en wanneer speelt het verhaal zich af? Geef voorbeelden waaraan je dit ziet? Is het verhaal chronologisch verteld of zijn  er flashbacks?  



Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Ruimte
Onderdeel 5 - Ruimte

Wat kan je vertellen over de ruimte?




Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Spanning
Spanning

Wat zorgt ervoor dat je wel/niet blijft doorlezen? 


Bekijk het filmpje over spanning (volgende slide) 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Vertelperspectief
Onderdeel 6 - Vertelperspectief

Er zijn verschillende manieren om een verhaal te vertellen. 

Bekijk het filmpje over Vertelperspectief  (volgende slide) 

Slide 18 - Slide

Een ik-figuur (eerste persoon). Die dan ofwel het verhaal beleeft ofwel erop terugkijkt en dus al meer weet over de afloop.
Een hij-/zij-figuur (derde persoon). Die dan ofwel het verhaal beleeft (personele verteller) ofwel erboven staat en zelf geen deel uitmaakt van het verhaal (alwetende verteller)
Meerdere vertellers (Meervoudig perspectief). Waarbij je als lezer de gedachten en ervaringen van meerdere personenvervoer meekrijgt en daardoor een veel genuanceerder, rijker beeld van het verhaal krijgt. Dit is het perspectief dat Alexandra en Victoria kozen voor Te koop
Een ik-figuur (eerste persoon). Die of het verhaal beleeft of erop terugkijkt en dus al meer weet over de afloop.

Een hij-/zij-figuur (derde persoon). Die dan of het verhaal beleeft (personele verteller) of erboven staat en zelf geen deel uitmaakt van het verhaal (alwetende verteller)
 
Meerdere vertellers (Meervoudig perspectief). Waarbij je als lezer de gedachten en ervaringen van meerdere personenvervoer meekrijgt en daardoor een veel genuanceerder (=uitgebreider), rijker beeld van het verhaal krijgt. Dit is het perspectief dat Mel Wallis de Vries koos voor haar boeken: Vlucht, Vals, Pijn....

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Samenvatting
Onderdeel 7 - Korte samenvatting

Vat het boek in ........ woorden kort samen. Let op: het mag niet de flaptekst zijn!

Slide 21 - Slide

De volgende onderdelen van fictie ken je nu:
  1. je mening geven (beoordelingswoorden)
  2.  personages
  3. titelverklaring / auteur
  4. tijd
  5. ruimte
  6. vertelperspectief
  7. samenvatting

Slide 22 - Slide

Vragen?

Slide 23 - Slide

WELKE TERMEN VAN
FICTIE WEET JE NOG?

Slide 24 - Mind map

Pak allemaal je logboek!
Wanneer ga je naar WS Nederlands (PAI) ?
Waar ga je mee bezig tijdens deze WS?
Wanneer moet het af zijn?

Slide 25 - Slide

Planning/ doelen 
volgende keer

  • Planning: trede 8, 9, 10
  • Literaire begrippen/ FICTIE herhalen
  • Bingokaart (verder) invullen

Slide 26 - Slide

Nederlands
Afsluiting
Fictie week 23


Trede 8
   Woensdag 5 juni

Slide 27 - Slide

Bingokaart 
- uitdelen
- invullen
- naam er op!!!
- bewaren!!!

Slide 28 - Slide