FICTIE termen

PO FICTIE
In deze LessonUp vind je verschillende filmpjes over de literaire begrippen die je gaat beschrijven. 

Naast de uitleg in het PO, het boek (Talent, FICTIE) en de informatie op Montened.webnode.nl kan je de filmpjes gebruiken bij de uitwerking van de literaire begrippen. 

Veel succes!
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

PO FICTIE
In deze LessonUp vind je verschillende filmpjes over de literaire begrippen die je gaat beschrijven. 

Naast de uitleg in het PO, het boek (Talent, FICTIE) en de informatie op Montened.webnode.nl kan je de filmpjes gebruiken bij de uitwerking van de literaire begrippen. 

Veel succes!

Slide 1 - Slide

Planning
  1. Planning: trede 18, 19, 20
  2. Literaire begrippen/ FICTIE 
  3. Wat heb je geleerd?

Slide 2 - Slide

Literaire begrippen 

Onderdeel 1 - Je mening geven     (3 beoordelingswoorden)

Bekijk het filmpje over beoordelingswoorden (volgende slide) 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Literaire begrippen 
Onderdeel 2 - Personages
    
Je leert de personen in verhalen op de volgende manier kennen:
1. door wat ze doen en zeggen,
2. door hun reacties in moeilijke situaties en op anderen,
3. door wat ze denken, voelen, willen, moeilijk vinden,
4. door wat andere personen over hen denken of zeggen,
5. door wat de verteller over hen zegt,

Slide 5 - Slide

Literaire begrippen 
Hoofdpersoon beschrijven

Maak van je beschrijving(en) gebruik van de punten 
- innerlijk 
- uiterlijk 
- Leeftijd, familie, school, hobby’s, andere opvallende, belangrijke zaken
- De ontwikkeling van de hoofdpersoon in het verhaal
- Is de hoofdpersoon realistisch en kon je je inleven?
 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Literaire begrippen 
Onderdeel 3 - Titelverklaring en auteur

  Vermeld een aantal bijzonderheden over de schrijver. 
 Waarom heeft de schrijver volgens jou deze titel gekozen voor het boek?


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Literaire begrippen 
Onderdeel 4 - Tijd

Waar en wanneer speelt het verhaal zich af? Geef voorbeelden waaraan je dit ziet? Is het verhaal chronologisch verteld of zijn  er flashbacks?  



Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Literaire begrippen 
Onderdeel 4 - Ruimte

Wat kan je vertellen over de ruimte?




Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Literaire begrippen 
Onderdeel 4 - Spanning

Wat zorgt ervoor dat je wel/niet blijft doorlezen? 


Bekijk het filmpje over spanning (volgende slide) 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Literaire begrippen 
Onderdeel 4 - Vertelperspectief

Er zijn verschillende manieren om een verhaal te vertellen. 

Bekijk het filmpje over Vertelperspectief  (volgende slide) 

Slide 16 - Slide

Een ik-figuur (eerste persoon). Die dan ofwel het verhaal beleeft ofwel erop terugkijkt en dus al meer weet over de afloop.
Een hij-/zij-figuur (derde persoon). Die dan ofwel het verhaal beleeft (personele verteller) ofwel erboven staat en zelf geen deel uitmaakt van het verhaal (alwetende verteller)
Meerdere vertellers (Meervoudig perspectief). Waarbij je als lezer de gedachten en ervaringen van meerdere personenvervoer meekrijgt en daardoor een veel genuanceerder, rijker beeld van het verhaal krijgt. Dit is het perspectief dat Alexandra en Victoria kozen voor Te koop
Een ik-figuur (eerste persoon). Die dan ofwel het verhaal beleeft ofwel erop terugkijkt en dus al meer weet over de afloop.

Een hij-/zij-figuur (derde persoon). Die dan ofwel het verhaal beleeft (personele verteller) ofwel erboven staat en zelf geen deel uitmaakt van het verhaal (alwetende verteller)
 
Meerdere vertellers (Meervoudig perspectief). Waarbij je als lezer de gedachten en ervaringen van meerdere personenvervoer meekrijgt en daardoor een veel genuanceerder, rijker beeld van het verhaal krijgt. Dit is het perspectief dat Mel Wallis de Vries koos voor haar boeken: Vlucht, Vals, Pijn....

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Literaire begrippen 
Onderdeel 5 - Korte samenvatting

Vat het boek in 100 woorden kort samen. Let op: het mag niet de flaptekst zijn!

Slide 19 - Slide

De volgende onderdelen van fictie ken je nu:
  1. je mening geven (beoordelingswoorden)
  2.  personages
  3. titelverklaring
  4. auteur
  5. tijd
  6. ruimte
  7. vertelperspectief

Slide 20 - Slide

Vragen?

Slide 21 - Slide