Wie had vanaf 1815 de macht?
Het parlement moest nieuwe wetten goedkeuren, maar had weinig macht.
De koning was het staatshoofd en regeringsleider.
In de regering zitten de ministers en de regeringsleider (staatshoofd/koning)
Ministers moesten koning gehoorzamen. Koning : - benoemde en ontsloeg ministers
- besliste over leger/buitenlandse politiek
.