W19 NE 3V Correct schrijven Les 2

Nieuwe week & nieuwe taak
1 / 46
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 150 min

Items in this lesson

Nieuwe week & nieuwe taak

Slide 1 - Slide

Weektaken
De LessonUp bevat de volgende onderdelen:
  • Herhaling zinsdelen
  • Uitleg zinsdeelzinnen 
  • Basisoefeningen zinsdeelzinnen
  • Eindtaken

Slide 2 - Slide

Opzet week 19 - 4  t/m 8 mei
  • Herhaling grammatica zinsdelen 
  • Uitleg zinsdeelzinnen - onderdeel correct schrijven
  • Eindtaken
  1. De eindtaken staan in de LessonUp aangegeven.

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Deze week oefen je:
  • met het benoemen van zinsdelen.
  • met het benoemen van zinsdeelzinnen.
  • met het herkennen van zinsdeelzinnen.

Slide 4 - Slide

Maar eerst... 
hoe zat het met jullie betogen?

Daar ben ik druk mee bezig. Ik ben een platform aan het 'ontwikkelen' waarop we straks alle betogen kunnen lezen en voorzien van commentaar!

Slide 5 - Slide

Grammatica en formuleren
Dit schooljaar hebben we al gekeken naar de verschillende soorten functies binnen het redekundig ontleden: grammatica zinsdelen.

Deze periode gaan we ons verdiepen in het herkennen van formuleerfouten met de module 'Correct schrijven'.

We starten eerst met een herhaling van de zinsdelen om vervolgens de stap te maken naar formuleren.

Slide 6 - Slide

Beschrijf in eigen woorden waarom kennis rondom grammatica en formuleren nuttig/belangrijk is?

Slide 7 - Open question

Grammatica zinsdelen
Benoem de zinsdelen tussen haakjes. Kies uit: persoonsvorm, onderwerp, werkwoordelijk gezegde, naamwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, voorzetselvoorwerp of bijwoordelijke bepaling.

Slide 8 - Slide

Stiekem werd mij [het geheime codewoord] ingefluisterd.

Slide 9 - Open question

[Waarom] heeft de burgemeester je moeder een medaille uitgereikt?

Slide 10 - Open question

Vanwege de stakingen [is] het de laatste tijd [erg onrustig geweest] in de hoofdstad.

Slide 11 - Open question

[Hem] heb ik helaas nooit kunnen vertrouwen.

Slide 12 - Open question

Wanneer laat je [me] je vertrekdatum weten?

Slide 13 - Open question

Die arme vrouw kon in haar eentje niet [voor drie opgroeiende kinderen] zorgen.

Slide 14 - Open question

Zinsdeelzinnen
  • Uitleg PowerPoint (hetzelfde als les 1)
  • Uitleg met filmpjes
  • Basisoefeningen
  • Eindtaken

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Welke structuur bevat de volgende zin: Snap jij nou dat hij zoiets onaardigs tegen zijn moeder zegt?
A
hoofdzin - bijzin
B
bijzin - hoofdzin
C
hoofdzin - hoofdzin

Slide 27 - Quiz

Welke structuur bevat de volgende zin: Gaf de docent je strafwerk of moest je nakomen?
A
hoofdzin - bijzin
B
bijzin - hoofdzin
C
hoofdzin - hoofdzin

Slide 28 - Quiz

Welke structuur bevat de volgende zin: Mijn broer vroeg of ik morgenvroeg zijn krantenwijk wil lopen.
A
hoofdzin - bijzin
B
bijzin - hoofdzin
C
hoofdzin - hoofdzin

Slide 29 - Quiz

Welke structuur bevat de volgende zin: Wanneer we die klassenavond hebben, weet ik niet.
A
hoofdzin - bijzin
B
bijzin - hoofdzin
C
hoofdzin - hoofdzin

Slide 30 - Quiz

Benoem de bijzin: Toen het omaatje uitgleed, hielp Alwin haar onmiddellijk overeind.
A
bwb-zin
B
lv-zin
C
mv-zin
D
ow-zin

Slide 31 - Quiz

Benoem de bijzin: Dat haar zoontje regelmatig spijbelt, wist de rectrix niet.
A
bwb-zin
B
lv-zin
C
mv-zin
D
ow-zin

Slide 32 - Quiz

Benoem de bijzin: Wie de opdracht niet begrijpt, willen de docenten bijles geven.
A
nwdeel-zin
B
lv-zin
C
mv-zin
D
ow-zin

Slide 33 - Quiz

Benoem de bijzin: Of Cees ook echt alle diploma's gehaald heeft, is niemand bekend.
A
nwdeel-zin
B
lv-zin
C
mv-zin
D
ow-zin

Slide 34 - Quiz

Zinsstructuur
Een zin kan ook uit meerdere hoofd- en bijzinnen bestaan. Dit betekent dat er in een zin ook meerdere zinsdeelzinnen te benoemen zijn. Zie theorie blz. 29 en 30.

{De Afrikaanse Savanne zou in 2100 weleens een uitgestrekt bos kunnen zijn, (doordat de concentratie CO2 toeneemt), (waardoor de bomen harder groeien dan het gras).}

{hz + (bz) + (bz)}

Slide 35 - Slide

Zinsstructuur
Stappenplan:
1. Zoek de persoonsvormen en onderwerpen.
2. Kijk of er sprake is van een nevenschikkend voegwoord: voegt hoofdzinnen aan elkaar.
3. Bepaal het aantal hoofdzinnen en bijzinnen (ow en pv kunnen uit elkaar).

{Het CSI-team komt in actie (als er een moord is gepleegd}, want {de specialisten hebben veel kennis} en {meestal lossen ze de misdaad op.}
{hz + (bz)} + {hz} + {hz}

Slide 36 - Slide

Bepaal de zinsstructuur: Als wolken door de wind tegen een berg worden geblazen, moeten ze eromheen, waardoor achter de berg een werveling ontstaat.
A
{(bz) + hz + (bz)}
B
{hz + (bz) + (bz)}
C
{(bz) + hz + (bz)}
D
{(bz) + hz} + {hz + (bz)}

Slide 37 - Quiz

Bepaal de zinsstructuur: Toen het schip in Rotterdam lag, werd op de boeg een dode walvis ontdekt, maar men vermoedt dat het dier al veel eerder werd geschept.
A
{(bz) + hz + (bz)}
B
{hz + (bz) + (bz)}
C
{(bz) + hz + (bz)}
D
{(bz) + hz} + {hz + (bz)}

Slide 38 - Quiz

Benoem de bijzinnen: Tot de onderhandelaars een akkoord gesloten hadden, wilden ze de pers niet vertellen wat ze aan het bespreken waren.

Slide 39 - Open question

Benoem de bijzinnen: Dat we in de toekomst langer moeten doorwerken, wordt steeds waarschijnlijker, nu de VVD regeert.

Slide 40 - Open question

Eindtaken
In de volgende dia's staan de eindtaken. We focussen ons deze week even alleen op het goed oefenen van de zinsdeelzinnen! Het toepassen komt aan bod vanaf volgende week.

Maak de eindtaken in je schrift en lever een foto in aan het einde van de LessonUp.

Slide 41 - Slide

Opdracht 1
Neem de onderstaande zinnen over. Onderstreep en benoem de bijzin: ow-zin, lv-zin, nw-zin, mv-zin, vv-zin of bwb-zin.
  1. Doordat de storm aanwakkerde, vloog het dak van de school.
  2. Kun je even op internet zoeken welke film vanavond in de bioscoop draait.
  3. Of GTST over tien jaar nog populair is, is twijfelachtig.
  4. Wie zoiets doet, zou men een flinke straf moeten geven.
  5. Wil Mascha worden wat haar vader vroeger was?

Slide 42 - Slide

Opdracht 2
Neem de onderstaande zinnen over. Onderstreep en benoem de bijzinnen:
  1. Wie zulke misdaden pleegt, mag de rechter van mij gerust een levenslange gevangenisstraf opleggen, zodat recidive voorkomen wordt.
  2. Wat je niet gelooft, moet je niet doorvertellen, tenzij je als roddelaar bekend wilt staan.
  3. Doordat haar ogen erg slecht zijn, kon Maria niet worden wat ze graag wilde.
  4. Hoewel zijn verhaal erg verwarrend was, heeft de politie er geen moment aan getwijfeld dat Jacco de waarheid sprak.

Slide 43 - Slide

Lever de gemaakte opdrachten in.

Slide 44 - Open question

Lever de gemaakte opdrachten in.

Slide 45 - Open question

Weektaak 19 afgerond

Slide 46 - Slide