Daar ben ik druk mee bezig. Ik ben een platform aan het 'ontwikkelen' waarop we straks alle betogen kunnen lezen en voorzien van commentaar!
Slide 5 - Slide
Grammatica en formuleren
Dit schooljaar hebben we al gekeken naar de verschillende soorten functies binnen het redekundig ontleden: grammatica zinsdelen.
Deze periode gaan we ons verdiepen in het herkennen van formuleerfouten met de module 'Correct schrijven'.
We starten eerst met een herhaling van de zinsdelen om vervolgens de stap te maken naar formuleren.
Slide 6 - Slide
Beschrijf in eigen woorden waarom kennis rondom grammatica en formuleren nuttig/belangrijk is?
Slide 7 - Open question
Grammatica zinsdelen
Benoem de zinsdelen tussen haakjes. Kies uit: persoonsvorm, onderwerp, werkwoordelijk gezegde, naamwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, voorzetselvoorwerp of bijwoordelijke bepaling.
Slide 8 - Slide
Stiekem werd mij [het geheime codewoord] ingefluisterd.
Slide 9 - Open question
[Waarom] heeft de burgemeester je moeder een medaille uitgereikt?
Slide 10 - Open question
Vanwege de stakingen [is] het de laatste tijd [erg onrustig geweest] in de hoofdstad.
Slide 11 - Open question
[Hem] heb ik helaas nooit kunnen vertrouwen.
Slide 12 - Open question
Wanneer laat je [me] je vertrekdatum weten?
Slide 13 - Open question
Die arme vrouw kon in haar eentje niet [voor drie opgroeiende kinderen] zorgen.
Slide 14 - Open question
Zinsdeelzinnen
Uitleg PowerPoint (hetzelfde als les 1)
Uitleg met filmpjes
Basisoefeningen
Eindtaken
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Video
Welke structuur bevat de volgende zin: Snap jij nou dat hij zoiets onaardigs tegen zijn moeder zegt?
A
hoofdzin - bijzin
B
bijzin - hoofdzin
C
hoofdzin - hoofdzin
Slide 27 - Quiz
Welke structuur bevat de volgende zin: Gaf de docent je strafwerk of moest je nakomen?
A
hoofdzin - bijzin
B
bijzin - hoofdzin
C
hoofdzin - hoofdzin
Slide 28 - Quiz
Welke structuur bevat de volgende zin: Mijn broer vroeg of ik morgenvroeg zijn krantenwijk wil lopen.
A
hoofdzin - bijzin
B
bijzin - hoofdzin
C
hoofdzin - hoofdzin
Slide 29 - Quiz
Welke structuur bevat de volgende zin: Wanneer we die klassenavond hebben, weet ik niet.
A
hoofdzin - bijzin
B
bijzin - hoofdzin
C
hoofdzin - hoofdzin
Slide 30 - Quiz
Benoem de bijzin: Toen het omaatje uitgleed, hielp Alwin haar onmiddellijk overeind.
A
bwb-zin
B
lv-zin
C
mv-zin
D
ow-zin
Slide 31 - Quiz
Benoem de bijzin: Dat haar zoontje regelmatig spijbelt, wist de rectrix niet.
A
bwb-zin
B
lv-zin
C
mv-zin
D
ow-zin
Slide 32 - Quiz
Benoem de bijzin: Wie de opdracht niet begrijpt, willen de docenten bijles geven.
A
nwdeel-zin
B
lv-zin
C
mv-zin
D
ow-zin
Slide 33 - Quiz
Benoem de bijzin: Of Cees ook echt alle diploma's gehaald heeft, is niemand bekend.
A
nwdeel-zin
B
lv-zin
C
mv-zin
D
ow-zin
Slide 34 - Quiz
Zinsstructuur
Een zin kan ook uit meerdere hoofd- en bijzinnen bestaan. Dit betekent dat er in een zin ook meerdere zinsdeelzinnen te benoemen zijn. Zie theorie blz. 29 en 30.
{De Afrikaanse Savannezou in 2100 weleens een uitgestrekt bos kunnen zijn, (doordat de concentratie CO2toeneemt), (waardoor de bomen harder groeien dan het gras).}
{hz + (bz) + (bz)}
Slide 35 - Slide
Zinsstructuur
Stappenplan:
1. Zoek de persoonsvormen en onderwerpen.
2. Kijk of er sprake is van een nevenschikkend voegwoord: voegt hoofdzinnen aan elkaar.
3. Bepaal het aantal hoofdzinnen en bijzinnen (ow en pv kunnen uit elkaar).
{Het CSI-teamkomt in actie (als er een moordis gepleegd},want {de specialistenhebben veel kennis} en {meestal lossenze de misdaad op.}
{hz + (bz)} + {hz} + {hz}
Slide 36 - Slide
Bepaal de zinsstructuur: Als wolken door de wind tegen een berg worden geblazen, moeten ze eromheen, waardoor achter de berg een werveling ontstaat.
A
{(bz) + hz + (bz)}
B
{hz + (bz) + (bz)}
C
{(bz) + hz + (bz)}
D
{(bz) + hz} + {hz + (bz)}
Slide 37 - Quiz
Bepaal de zinsstructuur: Toen het schip in Rotterdam lag, werd op de boeg een dode walvis ontdekt, maar men vermoedt dat het dier al veel eerder werd geschept.
A
{(bz) + hz + (bz)}
B
{hz + (bz) + (bz)}
C
{(bz) + hz + (bz)}
D
{(bz) + hz} + {hz + (bz)}
Slide 38 - Quiz
Benoem de bijzinnen: Tot de onderhandelaars een akkoord gesloten hadden, wilden ze de pers niet vertellen wat ze aan het bespreken waren.
Slide 39 - Open question
Benoem de bijzinnen: Dat we in de toekomst langer moeten doorwerken, wordt steeds waarschijnlijker, nu de VVD regeert.
Slide 40 - Open question
Eindtaken
In de volgende dia's staan de eindtaken. We focussen ons deze week even alleen op het goed oefenen van de zinsdeelzinnen! Het toepassen komt aan bod vanaf volgende week.
Maak de eindtaken in je schrift en lever een foto in aan het einde van de LessonUp.
Slide 41 - Slide
Opdracht 1
Neem de onderstaande zinnen over. Onderstreep en benoem de bijzin: ow-zin, lv-zin, nw-zin, mv-zin, vv-zin of bwb-zin.
Doordat de storm aanwakkerde, vloog het dak van de school.
Kun je even op internet zoeken welke film vanavond in de bioscoop draait.
Of GTST over tien jaar nog populair is, is twijfelachtig.
Wie zoiets doet, zou men een flinke straf moeten geven.
Wil Mascha worden wat haar vader vroeger was?
Slide 42 - Slide
Opdracht 2
Neem de onderstaande zinnen over. Onderstreep en benoem de bijzinnen:
Wie zulke misdaden pleegt, mag de rechter van mij gerust een levenslange gevangenisstraf opleggen, zodat recidive voorkomen wordt.
Wat je niet gelooft, moet je niet doorvertellen, tenzij je als roddelaar bekend wilt staan.
Doordat haar ogen erg slecht zijn, kon Maria niet worden wat ze graag wilde.
Hoewel zijn verhaal erg verwarrend was, heeft de politie er geen moment aan getwijfeld dat Jacco de waarheid sprak.