H4.4 Einde op -e of -en?

Koos en Ine zijn te laat. Beide(n) hebben zich verslapen
A
Beide
B
Beiden
1 / 10
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Koos en Ine zijn te laat. Beide(n) hebben zich verslapen
A
Beide
B
Beiden

Slide 1 - Quiz

De computer en de printer zijn nieuw. Beide(n) worden vandaag aangesloten
A
Beide
B
Beiden

Slide 2 - Quiz

Ik heb vandaag iedereen gesproken. Sommige(n) vinden mijn voorstel niet goed.
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 3 - Quiz

Sommige leerlingen waren op tijd, andere(n) kwamen te laat
A
andere
B
anderen

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Video

Toen sommige(n) klasgenoten enkele(n) minuten te laat waren
A
sommige, enkele
B
sommigen, enkelen
C
sommige, enkelen
D
sommigen, enkele

Slide 6 - Quiz

De meeste(n) studenten komen op tijd, maar sommige(n) helaas niet
A
meeste, sommige
B
meeste, sommigen
C
meesten, sommige
D
meeste, sommige

Slide 7 - Quiz

De meeste(n) oudere(n) weten wat instagram inhoudt.
A
meeste, oudere
B
meeste, ouderen
C
meesten, oudere
D
meesten, ouderen

Slide 8 - Quiz

Toen beide(n) auto's uit de bocht vlogen, raakten beide(n) bestuurders in paniek
A
beide, beide
B
beide, beiden
C
beiden, beide
D
beiden, beiden

Slide 9 - Quiz

Opdrachten

Maak van NU Nederlands deel B, H4.4 opdrachten 1 en 2 +

de oefentoets van hoofdstuk 4 (= blz. 196-198)

Slide 10 - Slide