What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
3.4 a Schrijven
Welkom
Ga rustig zitten.
Telefoon ligt in je kluisje.
Pak je schrift + werkboek
en zet je tas op de grond.
1 / 10
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1,2
This lesson contains
10 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom
Ga rustig zitten.
Telefoon ligt in je kluisje.
Pak je schrift + werkboek
en zet je tas op de grond.
Slide 1 - Slide
lesopbouw
Wat weet je al?
doel
uitleg
opdracht
afsluiting
Slide 2 - Slide
Wat weet je al?
Wat is een verslag?
Slide 3 - Slide
Doel
Aan het eind van de les
weet je aan welke eisen je verslag moet
voldoen over het uitje naar Artis.
(theorie hoofdstuk 3.4 schrijven)
Slide 4 - Slide
titel
Probeer hiermee de aandacht van de lezer te trekken.
Gebruik nooit een punt, uitroepteken/vraagteken mag wel.
twee mogelijkheden:
Noem het onderwerp van je verslag.
vb. Een Meet & Greet met vloggers
Geef belangrijke informatie over het onderwerp.
vb. Vloggers zijn veel aardiger dan andere sterren
Slide 5 - Slide
inleiding verslag
Vertel in de inleiding waar je
verslag over gaat.
In de inleiding doe je altijd twee dingen:
Je schrijft op waar het bericht over gaat.
Je gebruikt een binnenkomer --> opvallend begin dat de lezer nieuwsgierig maakt naar de rest van de tekst.
Binnenkomer, twee opties:
Stel een vraag die je in de tekst gaat beantwoorden.
Vertel een kort, persoonlijk verhaaltje dat met het onderwerp te maken heeft.
Slide 6 - Slide
kern
Schrijf in de kern wat er allemaal gebeurde.
Doe dat in de volgorde zoals alles gebeurd is.
Gebruik signaalwoorden van een opsomming:
eerst, daarna, vervolgens, verder, tenslotte, toen
Elke alinea heeft zijn eigen onderwerp.
Schrijf vooral de belangrijkste + interessantste dingen op.
Slide 7 - Slide
afsluiting
In het slot geef je je mening over het uitje naar Artis.
bijvoorbeeld:
Wat was het leukste?
Wat is het interessantste?
Wat heb je geleerd?
Slide 8 - Slide
afwisseling
Probeer je woordkeus af te wisselen.
Het is storend voor de lezer als dezelfde woorden vaak worden herhaald. Gebruik daarom synoniemen.
synoniem:
Ander woord met dezelfde betekenis.
Slide 9 - Slide
tips/regels
Schrijf onder het verslag je naam.
Schrijf het verslag in de verleden tijd.
Maak goede zinnen.
Schrijf (werk)woorden goed op --> geen spelfouten!
Maak goed gebruik van hoofdletter, punten en komma's.
Het verslag bestaat uit 500 tot 550 woorden.
Noteer onder het verslag het aantal woorden.
Gebruik lettergrootte 11 en een goed leesbaar lettertype.
Slide 10 - Slide
More lessons like this
3.4 a Schrijven
March 2024
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1,2
Inleiding, kern & slot
January 2022
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
6T_Woord vooraf, inleiding, besluit
January 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
3.4 Schrijven en formuleren - deel 1
January 2024
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
BE1 3.4 Schrijven en formuleren - deel 1
January 2022
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
1HV 3.4 Schrijven en formuleren - deel 1
June 2023
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
3.4 Schrijven en formuleren - deel 1
February 2021
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
1v 3.4 Schrijven van verslag
March 2022
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1