2B herhaling TV H4

Herhalingsles Taalverzorging H4
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Herhalingsles Taalverzorging H4

Slide 1 - Slide

Agenda
Leerdoelen;
- Verwijswoorden;
- Tegenwoordige, verleden en voltooide tijd;
- Verkleinwoorden.
Zelfstandig werken.

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les:
weet je hoe je wanneer je welk verwijswoord moet gebruiken;
kun je het verschil zien tussen de drie verschillende tijden;
kun je verkleinwoorden maken van zelfstandig naamwoorden.

Slide 3 - Slide

Verwijswoorden

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Jou huis of jouw huis?

A
jou
B
jouw

Slide 6 - Quiz

jou of jouw? Ik bel jou / jouw morgen even, goed?
A
jou
B
jouw

Slide 7 - Quiz

Vul in jou of jouw.

Gelukkig kan ik altijd op .... rekenen.
A
jou
B
jouw

Slide 8 - Quiz

me of mijn

Ik ben .......... telefoon vergeten
A
me
B
mijn

Slide 9 - Quiz

Is het mij, me of mijn?

Huib heeft al ...... T-shirts uit de kast gehaald?
A
me
B
mijn

Slide 10 - Quiz

me of mijn
Ik vraag me af of jij een voldoende gaat halen.
A
me
B
mijn

Slide 11 - Quiz

Tegenwoordige, verleden en voltooide tijd

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

In welke tijd staat deze zin?

Het is onduidelijk of de examenkandidaten wel hun examen kunnen doen.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Voltooide tijd

Slide 14 - Quiz

In welke tijd staat deze zin?

De leerlingen hebben hun werkstuk ingeleverd.

A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd

Slide 15 - Quiz

In welke tijd staat deze zin?

Dat was na de Tweede Wereldoorlog.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Voltooide tijd

Slide 16 - Quiz

Verkleinwoorden

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

verkleinwoord: koning
A
koningje
B
koninkje

Slide 19 - Quiz

Verkleinwoord: accu
A
accuutje
B
accu'tje

Slide 20 - Quiz

verkleinwoord: opa
A
opatje
B
opaatje

Slide 21 - Quiz

verkleinwoord: vergoeding
A
vergoedingje
B
vergoedinkje

Slide 22 - Quiz

verkleinwoord: baby
A
babytje
B
babietje

Slide 23 - Quiz

Zelf aan de slag!
- Klik op de links om bij de oefeningen te komen;
- Begin te oefenen met het onderdeel dat je het lastigst vindt.

Slide 24 - Slide

Verwijswoorden
https://leestrainer.nl/Begrijpend%20lezen/groep5%20en/verwijswoorden/lees/tips.htm

https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-2-verwijswoorden/
 
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-1-verwijswoorden/

https://wijzeroverdebasisschool.nl/wp-content/uploads/2020/09/Opdrachten-verwijswoorden.pdf

Slide 25 - Slide

Tegenwoordige, verleden en voltooide tijd:

https://www.cambiumned.nl/oefeningen/gebeuren/

https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-spelling-persoonsvorm-in-de-verleden-tijd-van-sterke-werkwoorden/

https://www.jufmelis.nl/werkwoordspelling/voltooid-deelwoord-herkennen/voltooid-deelwoord-herkennen-1

https://www.jufmelis.nl/werkwoordspelling/voltooid-deelwoord-herkennen/voltooid-deelwoord-herkennen-4

https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-persoonsvorm-in-de-tegenwoordige-tijd4/


Slide 26 - Slide

Verkleinwoorden
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-2-verkleinwoorden/

https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-1-verkleinwoorden/

https://www.jufmelis.nl/spelling/verkleinwoorden/verkleinwoorden-2

http://www.nederlandswebsite.nl/verklein1.htm


Slide 27 - Slide