Les 3 H2 aanbod

Economie
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 22 slides, with text slides.

Items in this lesson

Economie

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Korte herhaling vorige les
  • Opdrachten bespreken
  • Vragen op verzoek
  • Overige theorie hoofdstuk 2 bespreken
  • Zelf aan de slag met de opdrachten van hoofdstuk 2

Slide 2 - Slide

Maar eerst:
  



 

 

Slide 3 - Slide

Waar liggen de grenzen?
Hoe hoog denk jij dat het maandelijkse inkomen is, van een gezin met 3 kinderen dat onder de armoedegrens leeft?

Slide 4 - Slide

Waar liggen de grenzen?

Slide 5 - Slide

Wat verdient een gemiddelde net afgestuurde hbo'er?

Slide 6 - Slide

Wat verdient een gemiddelde net afgestuurde hbo'er?
Bruto:

Slide 7 - Slide

Herhaling vorige les:
  • Wat is het verband tussen aanbod en prijs?
  • Welke 2 soorten productiekosten zijn er?
  •  Hoe bereken ik gemiddelde totale kosten?
  • Wat zijn marginale kosten?

Slide 8 - Slide

Opdrachten bespreken
3.4 en 4.6

Slide 9 - Slide

2.3 opbrengsten, winst en winstmaximalisatie

Deze les vooral:
Werken met formules

Hoe berekenen we de totale opbrengst?

Slide 10 - Slide

Opbrengst = verkoopprijs x afzet
TO = p*q

Slide 11 - Slide

Hoe berekenen we dan de gemiddelde opbrengst?

Slide 12 - Slide

Marginale opbrengst
Marginale opbrengsten zijn de extra opbrengsten voor één product extra

Slide 13 - Slide

Belangrijk gegeven: als je geen invloed hebt op de prijs, is de opbrengst van ieder extra product telkens gelijk.

In dat geval is dus:
MO = prijs = GO

Slide 14 - Slide

Hoe bereken ik de winst?
Winst = TO - TK

Slide 15 - Slide

Bijvoorbeeld
Je gaat stuiterballen verkopen. Je besluit dat de prijs €1,- is. Je hebt geen invloed op de prijs. Je hebt de volgende afzet:

Slide 16 - Slide

Hoe groot was de GO in het voorbeeld?

Slide 17 - Slide

Hoe groot is de GO in het voorbeeld?
TO/q= €25/25= €1,-

Hoe groot is de marginale opbrengst bij q = 25?
De opbrengst bij 25q is €25,- de opbrengst bij een q van 26 is €26,-. de MO is dus €1,-

Slide 18 - Slide

Break-evenpunt
Punt waarbij geen winst en geen verlies wordt gemaakt, oftewel: TO=TK
oftewel: GTK = GO


Belangrijk, maar daar gaan we natuurlijk niet voor

Slide 19 - Slide

Winstmaximalisatie:
Punt waarbij het verschil tussen TO en TK het grootst is:

manier 2:
MO = MK (bij toenemende MK of afnemende MO)

Slide 20 - Slide

Omzetmaximalisatie:
Punt waarbij de omzet niet verder toe kan nemen.

MO = 0

Slide 21 - Slide

Zelf aan de slag




Begin met paragraaf 4 opdracht 1. Wordt gezamenlijk besproken

Slide 22 - Slide