4. Uit het antwoord moet blijken dat er een pijl omhoog wijst om het verschil te vullen tussen de geldstroom van financiële instellingen en de overheid.
5. Mogelijke antwoorden:
inkomende geldstromen bedrijven: 180+290+480=950
uitgaande geldstromen bedrijven: 620+430=1050
particuliere investeringen: 1050-950=100