- Misschien lukt het je de andere strategieën ook te gokken?
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1
This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
In deze les
- Herhalen we twee leesstrategieën
- Je weet wat oriënterend lezen is
- Je weet wat zoekend lezen is
- Je hebt geoefend met zoekend lezen
- Je kent twee leesstrategieën
- Misschien lukt het je de andere strategieën ook te gokken?
Slide 1 - Slide
Herhaling
Hoe zat het ook alweer?
En een beetje uitdaging.....
Slide 2 - Slide
Leesstrategieën
Er zijn vier leesstrategieën.
Je hebt tot nu over twee manieren (dus: strategieën) waarop je een tekst kunt lezen iets gehoord:
- de strategie om je op de tekst te oriënteren
- de strategie om iets op te zoeken in de tekst.
Slide 3 - Slide
Bij welke leesstrategie bekijk ik de plaatjes, de titel, tussenkopjes, anders gedrukte woorden en de bron?
A
Oriënterend lezen
B
Intensief lezen
C
Globaal lezen
D
Zoekend lezen
Slide 4 - Quiz
Bij welke leesstrategie bekijk ik de vragen en zoek ik het antwoord op in de tekst (maar lees ik de tekst verder niet)?
A
Oriënterend lezen
B
Intensief lezen
C
Globaal lezen
D
Zoekend lezen
Slide 5 - Quiz
Twee leesstrategieën
Je kent nu
- de strategie om je op de tekst te oriënteren
- de strategie om iets op te zoeken in de tekst
(een beetje....of misschien zelfs al helemaal)
Bedenk eens: welke strategie kun je gebruiken als je dingen doet die op de volgende slides staan? Let op: soms moet je gokken!
Slide 6 - Slide
Bedenk eens: welke strategie kun je gebruiken als je iets opzoekt in het woordenboek?
Als ik iets opzoek in het woordenboek, gebruik ik de leesstrategie:
A
Oriënterend lezen
B
Intensief lezen
C
Globaal lezen
D
Zoekend lezen
Slide 7 - Quiz
Bedenk eens: welke strategie kun je gebruiken als je een leesboek leest?
Als ik een leesboek lees, gebruik ik de leesstrategie:
A
Zoekend lezen
B
Globaal lezen
C
Intensief lezen
D
Oriënterend lezen
Slide 8 - Quiz
Bedenk eens: welke strategie kun je gebruiken als je woorden die je niet begrijpt op moet zoeken in de tekst of in het woordenboek?
A
Oriënterend lezen
B
Intensief lezen
C
Globaal lezen
D
Zoekend lezen
Slide 9 - Quiz
Bedenk eens: bij welke strategie is het niet erg als je niet alle woorden kent die in de tekst staan?
Bij deze leesstrategie hoef ik NIET alle woorden te begrijpen:
A
Globaal lezen
B
Intensief lezen
C
Oriënterend lezen
D
Zoekend lezen
Slide 10 - Quiz
Bedenk eens: welke strategie kun je gebruiken als je iets opzoekt op het internet?
Als ik iets opzoek op internet, gebruik ik de leesstrategie:
A
Oriënterend lezen
B
Zoekend lezen
C
Globaal lezen
D
Intensief lezen
Slide 11 - Quiz
Ik moet leren voor een toets, welke leesstrategie pas ik toe?
A
Zoekend lezen
B
Intensief lezen
C
Oriënterend lezen
D
Globaal lezen
Slide 12 - Quiz
Elke tekst heeft een onderwerp. Leg in eigen woorden uit wat een onderwerp van een (willekeurige) tekst is (er is dus geen tekst waar je naar moet kijken om deze vraag te kunnen beantwoorden). Dit is een theorievraag (blz 12)
Slide 13 - Open question
Hoe kun je het onderwerp van een tekst vinden? Waar kijk je dan naar? Dit is een theorievraag (blz 12)
Slide 14 - Open question
Schrijf op: Wat is een tussenkopje? (zie blz 12)
Slide 15 - Open question
Schrijf op: Wat is een deelonderwerp? (Tip: blz 38)
Slide 16 - Open question
Welke leesstrategie gebruik je om het deelonderwerp van een tekst te vinden? (TIP: kijk op blz 38 van je lesboek in de tekst in het groene kader)
A
Oriënterend lezen
B
Precies lezen
C
Zoekend lezen
D
Globaal lezen
Slide 17 - Quiz
Moet je de hele tekst lezen bij zoekend lezen?
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje
D
Misschien
Slide 18 - Quiz
Opdracht in de les:
Maak opdracht 2 op blz 66 van je lesboek.
Je gebruikt daar de tekst in het blauwe kader op blz 66/67 voor
(titel: 'Nederland viert steeds vaker Halloween').
LET OP: opdracht 2.11 (dus: de laatste vraag van opdracht 2) hoef je NIET te maken!