Tijd om te leren voor de toets (eerste 15 minuten in stilte)
Extra uitleg als het nodig is
Versterk jezelf/test jezelf
Slide 2 - Slide
Wat moet je weten voor de toets
Future: 4 vormen, wanneer gebruik je welke?
Adjectives and adverbs: wanneer gebruik je welke? Wat is de juiste vorm? Onregelmatige vormen!
Modal verbs: Can/could/may/might/to be able to/to be allowed to.
Alle woorden van unit 3
Expressions A-D als bonus!
Slide 3 - Slide
Extra tips
Filmpjes: Engels gemist op youtube
Englishhilfen.de
Quizlet
Slide 4 - Slide
Er zijn 4 manieren om over de toekomst te praten welke zijn dat?
Present Simple
Present Continuous
To be going to + hele ww
Will/Shall + hele ww
Slide 5 - Slide
Wanneer gebruik je welke?
Present simple: Dingen die volgens schema gaan gebeuren
Present continuous: Dingen die gepland zijn en waarschijnlijk gaan gebeuren
To be going to + hele ww: 1) Als het plan er al was voor het gesprek, of 2) bij een voorspelling die op feiten gebaseerd is.
Will/Shall + hele ww: 1) Als het plan tijdens het gesprek ontstaat 2) aanbod, belofte, verzoek, 3) onzekere voorspelling 4) algemene waarheden
Slide 6 - Slide
Voorbeelden
1) I .... (to visit) my grandma tomorrow. 2) Oh, I'm sorry I cannot make it, we ... (to work) on our project this afternoon. 3) I ... (to get) you some more tea. 4) A scared cat ... (to scratch) you.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Adverbs and Adjectives
Adjectives and Adverb What are they? Bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden Bijvoeglijke naamwoorden zeggen iets over zelfstandige naamwoorden. Bijwoorden zeggen iets over een werkwoord, een bijvoeglijk naamwoord, een ander bijwoord of een hele zin.
Slide 9 - Slide
Stappenplan
Stap 1: Over welk woord of over welke woorden zegt dit woord iets? Stap 2: Wat voor soort woord is dat? Stap 3: Adjective of adverb? Stap 4: Vul juiste vorm in. Adverb = adjective + ly Stap 5: Let op onregelmatige adverbs! You all played .... (excellent) today.
Slide 10 - Slide
Voorbeelden
He is .... critical/critically/criticaly ill The newspapers were very ... critical/critically/criticaly of the scheme It was a ... complete/completely mess. They messed things up ... complete/completely. Snap je het verschil?
Slide 11 - Slide
Modals
Slide 12 - Slide
Modals
Can + hele ww: Kunnen, mogen, mogelijk zijn, alleen present simple Could + hele ww: Zou kunnen/suggestie, VT van can, beleefder dan can Be able to + hele ww: Kunnen, in staat zijn
Slide 13 - Slide
Modals
May + hele werkwoord: Zou (misschien) kunnnen/mogen. Formeler dan can/could Might + hele ww: Zou (heel misschien) kunnen/mogen Beleefder dan may Formeler dan can/could Be allowed to + hele ww: Mogen of toestemming krijgen, in alle tijden (let op vervoeging van "to be")
Slide 14 - Slide
Voorbeeld
You can apply for financial aid and (a) ... (hebt toestemming om te vragen) for subsidies to hire new employees Welke van de modals heb je nodig? In welke vorm staat de zin? Hoe vervoeg je de modal dan? Wat komt er uit?