1 vwo- chapitre 5 - werkles bron C/D/E
1 / 23
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Quel est ton magasin préféré?
Slide 2 - Open question
Qu'est-ce que tu vas acheter?
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Slide
Wat betekent
la réduction
la réduction
A
winkelen
B
de vrouw
C
de korting
D
de kwaliteit
Slide 5 - Quiz
Wat betekent
faire les magasins
faire les magasins
A
winkelen
B
de vrouw
C
de haven
D
de kwaliteit
Slide 6 - Quiz
Wat betekent
la qualité
la qualité
A
stilte
B
de openingstijden
C
de haven
D
de kwaliteit
Slide 7 - Quiz
Hoe zeg je ..
duur
duur
A
fermé
B
nouveau/nouvelle
C
cher/chère
D
joli(e)
Slide 8 - Quiz
Hoe zeg je ..
gesloten
gesloten
A
fermé
B
le port
C
pas mal
D
joli(e)
Slide 9 - Quiz
Hoe zeg je ..
knap/leuk
knap/leuk
A
comme
B
le port
C
les heures d'ouverture
D
joli(e)
Slide 10 - Quiz
Hoe zeg je ..
de openingstijden
de openingstijden
A
comme
B
le port
C
les heures d'ouverture
D
joli(e)
Slide 11 - Quiz
les lunettes
les chaussures
la jupe
la veste
le pull
le pantalon
la chemise
Slide 12 - Drag question
Slide 13 - Slide
Kies de juiste vorm:
Le ballon est _____
Le ballon est _____
A
gris
B
grise
C
grises
Slide 14 - Quiz
Kies de juiste vorm:
La voiture est _____
La voiture est _____
A
vert
B
verte
C
vertes
D
verts
Slide 15 - Quiz
Kies de juiste vorm:
Les footballeurs sont ______
Les footballeurs sont ______
A
français
B
françaises
C
française
Slide 16 - Quiz
Kies de juiste vorm:
Le sac est ______
Le sac est ______
A
blanc
B
blanche
C
blancs
D
blanches
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Slide
Schrijf de vormen op van het woord 'beau'
mannelijk meervoud:
vrouwelijk enkelvoud:
vrouwelijk meervoud:
mannelijk meervoud:
vrouwelijk enkelvoud:
vrouwelijk meervoud:
Slide 19 - Open question
Slide 20 - Slide
La robe est ..
Le dessin est ...
Les acteurs sont ..
Les voitures (v. mv) sont ..
beau
beaux
belle
belles
