2.6 Zinsontleding: WWG met te

Vak: Nederlands
Hoofdstuk:  2.6
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Hoofdstuk:  2.6
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening 
Pak je boek en je schrift van Nederlands. Laat alles nog even dicht op tafel liggen. 

huiswerk:
opdr 1 t/m 4

Slide 2 - Slide

2. Lesdoel
Aan het eind van deze les:
- weet je dat het werkwoordelijk gezegde uit alle werkwoorden van een zin bestaat;
- weet je dat als er 'te' voor het hele werkwoord staat, het bij het werkwoordelijk gezegde hoort:
   pv + te + hele ww = werkwoordelijk gezegde


Leergebiedoverstijgende doelen:
Denkvermogen
- Je bedenkt zelf een oplossing voor een probleem en vertelt deze verbaal. 
- Je vertelt wat er nodig is om tot een oplossing te komen. 

Slide 3 - Slide

3. Arrangementen + mini-check
Verdiept arrangement (8 gemiddeld of hoger): Niemand


Iedereen doet mee met de mini-check. 

Slide 4 - Slide

Alle werkwoorden in de zin noem je samen:
A
het onderwerp
B
het naamwoordelijk gezegde
C
het werkwoordelijk gezegde
D
de persoonsvorm

Slide 5 - Quiz

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
'Joris heeft gisteren zijn examen gemaakt.'

A
heeft
B
heeft gemaakt
C
gemaakt
D
Er is geen werkwoordelijk gezegde

Slide 6 - Quiz

Wat is het WWG?

De hond ligt in zijn mand te slapen.

Slide 7 - Open question

Wie maakt wat? 
Had je de vragen van de mini-check goed? Dan mag je zelfstandig aan het werk. 
Je maakt opdracht opdracht 5 op blz. 75


De rest doet mee met de instructie. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

werkwoordelijk gezegde met 'te'
Evie zit steeds .... kletsen.
Ik lag vanmorgen nog zo heerlijk ... dromen
Ik probeerde mijn fiets zelf ... repareren.
Je kunt TE niet weglaten. TE hoort dan bij het werkwoordelijk gezegde.

Slide 10 - Slide

5. Begeleid inoefenen 
Had je geen vraag goed van de mini-check -->
Dan maken we van opdracht 5 de eerste 5 zinnen samen. 

Slide 11 - Slide

6. Zelfstandig werken 
Je maakt zelfstandig opdracht 5 op blz. 75


Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna pak je je boek en ga je in stilte lezen. 
timer
1:00

Slide 12 - Slide

7. Evaluatie 
Hoe ging de les?
Heb je nog vragen of vind je nog iets lastig? 


Lesdoelen:
- weet je dat het werkwoordelijk gezegde uit alle werkwoorden van een zin bestaat?
- weet je dat als er 'te' voor het hele werkwoord staat, het bij het werkwoordelijk gezegde hoort?
   pv + te + hele ww = werkwoordelijk gezegde

Slide 13 - Slide

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk 
Maandag 14 november
2.6 opdracht 5
Toetsen LJ2: 
Geen

Slide 14 - Slide