What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Les 17 Vermogen en Energie - MAVO
H4.4 Vermogen en energie
1 / 29
next
Slide 1:
Slide
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
29 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
H4.4 Vermogen en energie
Slide 1 - Slide
Vorige Lessen...
Slide 2 - Slide
Stroomsterkte en Spanning
Symbool Grootheid Eenheid
I
Stroomsterkte Ampère (A)
U Spanning Volt (V)
Slide 3 - Slide
Tekst
Tekst
Sleep naar de juiste kolom
Grootheid
Eenheid
Afstand
Tijd
Temperatuur
Meter
Seconde
Graden Celcuis
Uur
Kilometer
Massa
Gram
Volt
Spanning
Stroomsterkte
Ampere
Slide 4 - Drag question
H4.4 Vermogen en energie
Wat is vermogen?
Vermogen berekenen
Energieverbruik berekenen
Slide 5 - Slide
4.4.1
Je kunt uitleggen wat het vermogen van een apparaat is.
4.4.2
Je kunt het vermogen van een apparaat berekenen.
4.4.3
Je kunt uitleggen waarom een apparaat met een groter vermogen meer elektrische energie verbruikt.
PLUS 4.4.4 Je kunt het energieverbruik van een apparaat berekenen
Leerdoelen H4.4
Slide 6 - Slide
Wat is vermogen?
Slide 7 - Slide
Wat is vermogen?
Grootheid:
Vermogen
Symbool:
P
(van Power)
Eenheid:
watt
(W)
Hoeveelheid
energie
dat een apparaat
per seconde
verbruikt
Slide 8 - Slide
James Watt
Schotse Ingenieur
1736 - 1819
Uitvinder van de
stoommachine
Slide 9 - Slide
grootheid
eenheid
symbool
symbool
Vermogen
Stroomsterkte
Spanning
P
I
V
Ampère
A
W
U
Watt
Volt
Slide 10 - Drag question
Wat is vermogen?
Vermogen = Spanning x Stroomsterkte
P = U x I
Spanning = energie per lading
Stroomsterkte = lading per seconde
Vermogen = energie per seconde
Slide 11 - Slide
Wat is het vermogen dat het lampje gebruikt?
A
12 Watt
B
0,3 Watt
C
0,083 Watt
D
3 Watt
Slide 12 - Quiz
Wat is het vermogen
dat de batterij levert?
A
0,2 W
B
1,8 W
C
4,5W
D
45 W
Slide 13 - Quiz
Wat verbruikt er in 5 minuten de meeste energie?
A
Laptop
B
Koelkast
C
Gloeilamp
D
Koffiezetapparaat
Slide 14 - Quiz
laptop 50-150 W
koelkast 100 - 300 W
Gloeilamp 40-60 W
koffiezetapparaat 1000 - 1500 W
Slide 15 - Slide
Hoe groot is het vermogen van de Amerikaans koelkast die in mijn keuken staat?
I = 2 A
A
232 W
B
460 W
C
0,46 kW
D
te weinig informatie
Slide 16 - Quiz
Wat is het vermogen dat
de adapter verbruikt?
A
230 Volt
B
0,3 Ampere
C
9 Volt
D
6 Watt
Slide 17 - Quiz
Vermogen
Vermogen = Spanning x Stroomsterkte
P = U x I
Dus ook:
U = P / I
I = P / U
Slide 18 - Slide
Een tosti-apparaat is aangesloten op een spanning van 230 V
.
De stroomsterkte door het apparaat is 4,5 A.
Bereken het vermogen van het apparaat. Sleep de antwoorden op de juiste plek.
vermogen =
vermogen =
vermogen =
x
x
4,5 A
230 V
1035 W
spanning
stroomsterkte
Slide 19 - Drag question
:
Ik wil de spanning berekenen. Hoe ziet de formule eruit?
=
............
......................
........................
t
E
I
U
P
V
A
W
Slide 20 - Drag question
:
Ik wil de stroomsterkte berekenen. Hoe ziet de formule eruit?
=
............
......................
........................
t
E
I
U
P
V
A
W
Slide 21 - Drag question
Opdracht 9
Een mixer wordt aangesloten op een spanning van 230 V.
De mixer heeft een vermogen van 350 Watt.
Bereken de stroomsterkte door het apparaat.
Sleep de antwoorden op de juiste plek.
stroomsterkte =
stroomsterkte =
stroomsterkte =
:
:
350 W
230 V
1,5 A
spanning
vermogen
Slide 22 - Drag question
Energiegebruik
Grootheid:
Energie
Symbool:
E
Eenheid:
Kilowattuur( kWh)
Energie = Vermogen x Tijd
E = P x t
vermogen in
kilowatt
(kW)
en tijd in
u
u
r (h)
Slide 23 - Slide
Verbindt de grootheden met de juiste eenheden.
Watt
Volt
Kilowattuur
Ampère
Spanning
Energie
Stroom sterkte
Vermogen
Slide 24 - Drag question
Energiegebruik
Energie = Vermogen x Tijd
E = P x t
Dus ook:
P = E / t
t = E / P
Slide 25 - Slide
Een wasmachine heeft een was gedraaid in 2 uur.
De wasmachine gebruikt 3000 W vermogen.
Hoeveel energie heeft de machine gebruikt om de was te doen?
A
6 kWh
B
6000 kWh
C
1500 kWh
D
1,5 kWh
Slide 26 - Quiz
4.4.1
Je kunt uitleggen wat het vermogen van een apparaat is.
4.4.2
Je kunt het vermogen van een apparaat berekenen.
4.4.3
Je kunt uitleggen waarom een apparaat met een groter vermogen meer elektrische energie verbruikt.
PLUS 4.4.4
Je kunt het energieverbruik van een apparaat berekenen
Leerdoelen H4.4
Slide 27 - Slide
SO nabespreken
Slide 28 - Slide
Zelf aan de slag met de opgaves
Volgende week: valt uit
Over 2 weken:
Proefwerk
Slide 29 - Slide
More lessons like this
Les 17 Vermogen en Energie - HAVO
March 2023
- Lesson with
29 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Vermogen en Energie
March 2022
- Lesson with
24 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
H4.4 - Vermogen en energie (les 2)
October 2023
- Lesson with
26 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
H4.4 - Vermogen en energie (les 2)
October 2023
- Lesson with
18 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Vermogen en Energie
May 2024
- Lesson with
25 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
4.4 - Vermogen en energie (les 2)
October 2023
- Lesson with
17 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2,3
H4.4 B1TH Vermogen en energie
June 2021
- Lesson with
37 slides
Nask / Techniek
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
H4.4 B1HV Vermogen en energie
May 2023
- Lesson with
35 slides
Nask / Techniek
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1