1D-to be

Doel van de les

Je kan to be gebruiken aan het einde van de les

https:

TO BE = ZIJN

ik ben - I am

afgekort -> 'm

enkelvoud

}

TO BE = ZIJN

jij bent - you are

afgekort -> 're

enkelvoud

}

TO BE = ZIJN

hij / zij/ze / het is

he / she / it is

afgekort -> 's

enkelvoud

}

TO BE = ZIJN

wij / we zijn - we are

meervoud

}

TO BE = ZIJN

jullie zijn - you are

meervoud

}

TO BE = ZIJN

zij/ze zijn - they are

meervoud

}

TO BE = ZIJN

I am

you are

he / she / it is

we are

you are

they are

enkelvoud

}

meervoud

}

Ontkennend

• I am not happy (I'm not happy)
• You are not happy (you're......
• He/ she/ it is not happy (he's / she's / it's
• We are not happy (we're...........
• You are not happy (you're..........
• They are not happy (they're............ 

Vragend

I am happy

- Am I happy?

You are happy

- Are you happy?

-Is he /she /it happy?

-Are we happy?

-Are they happy?

Opdracht

Maak opdracht 8 a, b

Werkboek pagina 12

In tweetallen

Klaar? --> opdracht 4 t/m 9 maken

Werkboek pagina 9 t/m 13