PVS week 3 bijeenkomst 1

• Pvs
• HBO
• Studiejaar 1

hbo-v

pvs

Praktijkvraagstuk

Luk 1

Week 3

Bijeenkomst 1

Lesdoelen

1. Je begrijpt de opbouw van de BN2030

2. Je koppelt de competenties en bijbehorende kernbegrippen aan de juiste CanMEDs-rollen.

Agenda

• Check-in
• Acitiveren voorkennis
• Theorie CanMeds-rollen
• Opdracht CanMeds-rollen
• Vooruitblik bijeenkomst 2 en start met de portfolio-opdrachten

Hoe zit je in deze les?
Antwoorden mag met tekst of een afbeelding/meme etc)

Met welk gevoel zit je in deze les?

Antwoorden mag in tekst, maar ook met een afbeelding.

Als start van deze les checken op modus studenten.

Er is goed in te gaan op modus nav deze vraag

Hoe was het om je te verdiepen in de BN2030?

Heb je je eigen dossier aangemaakt in ONS?

Ja

Nee

ONS?

Wat is de BN2030?

1. Een nieuwe zorgwet voor verpleegkundigen
2. Een Europese richtlijn voor verpleegkunde onderwijs
3. Een vernieuwd curriculum voor de opleiding verpleegkunde in Nederland
4. Kwaliteitsbeleid voor uitvoering van het verpleegkundig beroep

Wat kun je terugvinden
in de BN2030?

Dit mag van alles zijn, termen, begrippen of onderwerpen

Onderzoekend vermogen

Zorg uitvoeren

Klinisch redeneren

Verpleegkundig proces

Professionele communicatie

Persoonsgerichte communicatie

Gezamenlijke besluitvorming

Professionele zorgrelatie

Deskundigheidsbevordering

Professioneel gedrag

Gezond gedrag bevorderen

Risico analyse

Persoonlijke ontwikkeling

Professionele ontwikkeling

Professionele reflectie

Zeggenschap en positioneren

Kwaliteit van zorg leveren

Sleepvraag: Zoek de juiste kernbegrippen bij de juiste Canmedsrol

Nabespreken

• Wat is de relatie tussen CanMEDS rol en competenties en kernbegrippen?
• Wat heb je nu aan de CanMEDS rollen, competenties en kernbegrippen?

Onderwijsleergesprek en geef willekeurig de beurt aan studenten

Differentiatie voor de opdracht.

De CanMEDS-rollen vormen een kader dat wordt gebruikt om de competenties te definiëren die verpleegkundigen, moeten ontwikkelen om effectief en verantwoord hun beroep uit te oefenen. 

De relatie tussen CanMEDS-rollen, competenties en kernbegrippen is als volgt:

1. CanMEDS-rollen

Dit zijn de zeven essentiële rollen die zorgverleners moeten vervullen:

• Bachelor verpleegkunde

• Communicator

• Samenwerkingspartner

• Leider

• Gezondheidsbevorderaar

• Reflectieve EBP professional

• Kwaliteitsbevorderaar

2. Competenties

 

Bij iedere Canmedsrol horen een aantal competenties. In deze competenties staat beschreven welke vaardigheden, kennis en attitude nodig zijn om deze Canmedsrol succesvol te vervullen.

Bijvoorbeeld bij de Canmedsrol Communicator is 1 van de competenties als volgt beschreven:

“De verpleegkundige communiceert persoonsgericht en professioneel met de zorgvrager, diens naasten, en andere zorgprofessionals, en gebruikt passende communicatiemiddelen”.

3. Kernbegrippen

Kernbegrippen zijn de basisprincipes en fundamentele kennisgebieden die nodig zijn om de competenties binnen elke Canmedsrol te beheersen. Ze geven de theoretische en praktische achtergrond aan de rollen en competenties.

Voor de rol Communicator is 1 van de kernbegrippen als volgt omschreven:

“De eigen communicatie afstemmen op de individuele zorgvrager. De zorgvrager als uniek persoon benaderen. Actief luisteren naar de zorgvrager, informeren van de zorgvrager en deze in staat stellen keuzes te maken in de zorg”.

Hieruit kun je afleiden dat de student zich tijdens de opleiding zal moeten bekwamen in bijvoorbeeld actief luisteren, zich zal moeten verdiepen en bekwamen in persoonsgericht communiceren etc.

Doel en nut

Het belangrijkste doel van het CanMEDS-kader is om de kwaliteit van de zorg te verbeteren door zorgverleners te helpen de volledige breedte van hun beroep te begrijpen en te beheersen. Door competenties en kernbegrippen te koppelen aan duidelijke rollen, kunnen verpleegkundigen en andere zorgprofessionals zich beter voorbereiden op de complexe eisen van hun beroep, wat uiteindelijk leidt tot betere zorg voor patiënten.

Voor een student verpleegkunde is het CanMEDS-kader nuttig omdat het:

• Structuur biedt: Het helpt studenten om hun opleiding en professionele ontwikkeling te structureren. Ze weten welke vaardigheden en kennis ze moeten ontwikkelen.

• Zelfreflectie bevordert: Het kader moedigt studenten aan om na te denken over hun eigen sterke en zwakke punten binnen de verschillende rollen en om gericht aan hun ontwikkeling te werken.

• Voorbereiding op de praktijk: Het biedt een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt in de praktijk. Studenten begrijpen welke competenties ze nodig hebben om effectief te functioneren in de zorg.

• Loopbaanontwikkeling: Het helpt studenten om een professionele identiteit te ontwikkelen en om hun loopbaan binnen de gezondheidszorg te plannen en te sturen.

Pauze

Oefening CanMEDS

• In tweetallen
• Lees 2 casussen door (Brightspace)
•  Beschrijf welke CanMEDS-rollen jullie in beide casussen herkennen. Deze keuze  onderbouwen jullie vanuit de competenties gebruik makend van de bijbehorende kernbegrippen.  

Studenten met onvoldoende voorkennis lezen eerst de literatuur (nogmaals) door en/of kijken de video, alvorens zij starten met de opdracht.

Let op je rol als docent: beloon de voorbereide student en voorzie hen ruimschoots van interesse/feedback/forward. 

Vooruit kijken

Bekijk in Brightspace de twee portfolio opdrachten voor volgende week:

• Opdracht CanMEDS
• Opdracht historisch perspectief

Indien er nog tijd is in deze les kunnen studenten vast een start maken met 1 van beide opdrachten. JE kunt studenten er ook op wijzen dan ze de samenwerkingstijd of on begeleide tijd hiervoor kunnen gebruiken. Inleverdatum evt nog benoemen ivm de go/no go

Portfolio opdracht 'Historisch perspectief'

• Hoe zou jouw behandeling er 100 jaar geleden uitgezien hebben?
• Individueel
•  Gebruik maximaal 500 woorden
• Zie opdracht in Brightspace

Zijn de lesdoelen behaald?
1. Je begrijpt de opbouw van de BN2030
2. Je kunt de competenties en bijbehorende kernbegrippen koppelen aan de juiste
CanMEDs-rollen.

Ja

Nee

Deels

Welke vragen of onduidelijkheden zijn er nog na deze les?