Elk levend organisme heeft energie nodig. Deze krijgen ze uit de energierijke stoffen die ze hebben, (Koolhydraten, eiwitten en vetten).
Als glucose reageert met zuurstof kan een organisme hier de energie uit vrij maken, dit stofwisselingsproces heet verbranding.
Bij fotosynthese wordt licht energie vastgelegd in glucose, als ik glucose verbrand komt deze energie weer vrij.
Organismen gebruiken deze energie om bijv. nieuwe cellen te maken of te bewegen.
Fotosynthese en verbranding zijn voorbeelden van stofwisseling.