Sixième cours 6 décembre 2021

1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Klassenregels
We werken rustig samen in de klas.
We respecteren elkaar. We lachen elkaar niet uit en respecteren elkaars mening en antwoorden.
Tijdens het maken van de opdrachten zijn we rustig bezig en gaan we niet kletsen met klasgenoten.
We doen actief mee met de les, we leggen de telefoons dan ook in de telefoontas.
We steken onze vinger op als we iets willen zeggen en/of vragen.
We geven het aan onze docente aan wanneer ons iets dwars zit.
We laten elkaar uitpraten.
We eten en drinken niet in het klaslokaal (behalve in de pauzes).
We storen niet bewust de les (door bijvoorbeeld dingen door de klas te gooien of dingen door de klas te schreeuwen)

Slide 2 - Slide

Planning et buts
Aan het eind van dit lesuur....
1. Aan het eind van deze paragraaf kun je een stripverhaal over vakantiebelevenissen begrijpen 
2. ken je woorden die te maken hebben met familie en vakantie.





Slide 3 - Slide

Vocabulaire A: chapitre 1

Slide 4 - Slide

Au travail
Exercices  10a, 10b, 11,12 (p.26-29)
timer
20:00

Slide 5 - Slide

lidwoorden 
classe 1

Slide 6 - Slide

Devoirs
Apprendre (leren): Vocabulaire A (p.52), Vocabulaire B (p.53)
LET OP: BLIJF DE WOORDJES VAN CHAPITRE 0 DOORNEMEN, HERHALEN EN LEREN (p.16-17)

Slide 7 - Slide

Wat zijn lidwoorden in het
Nederlands?

Slide 8 - Mind map

Frans
  • de / het 
  • le --> mannelijk        (le garçon)
  • la --> vrouwelijk        (la fille)
  • les --> meervoud      (les parents)

  • l' --> klinker / h           (l 'école)

Slide 9 - Slide

de jongen
A
le garçon
B
la garçon
C
les garçon
D
l'garçon

Slide 10 - Quiz

de moeder
A
le mère
B
la mère
C
les mère
D
l'mère

Slide 11 - Quiz

de broers
A
le frères
B
la frères
C
les frères
D
l'frères

Slide 12 - Quiz

Frans
  • een 
  • un --> mannelijk (un garçon)
  • une --> vrouwelijk (une fille)
  • des --> meervoud (des garçons)

  • des vertaal je niet ! je zegt niet een jongens

Slide 13 - Slide

een jongen
A
un garçon
B
le garçon
C
une garçon
D
des garçons

Slide 14 - Quiz

een meisje
A
un fille
B
une fille
C
des filles
D
la fille

Slide 15 - Quiz

jongens
A
garçons
B
un garçons
C
des garçons
D
les garçons

Slide 16 - Quiz

Welke lidwoorden zijn voor mannelijk enkelvoud?
A
le
B
la
C
des
D
un

Slide 17 - Quiz

Welke lidwoorden geven aan dat een woord meervoud is?
A
un
B
les
C
des
D
l'

Slide 18 - Quiz

Kies uit: le, la,l' of les
C'est un ami. _____ ami est beau
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 19 - Quiz

Kies uit: le, la, l' of les
C'est une piscine. ______ piscine est bleue
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 20 - Quiz

Kies uit: un, une of des
Le parc est immense. C'est ______ parc naturel
A
un
B
une
C
des

Slide 21 - Quiz

Kies uit: un, une of des
La fille est belle. C'est _____ belle fille.
A
un
B
une
C
des

Slide 22 - Quiz

Wat is het meervoud van le, la
A
les
B
des

Slide 23 - Quiz

Wat is het meervoud van un, une
A
les
B
des

Slide 24 - Quiz