Voorbereiding leestoets 1 1HV

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Lesdoel

Aan het einde van de les heb je een deel van de theorie van Lezen herhaald.

Aan het einde van de les weet je wat deelonderwerpen zijn.

Planning

1. Herhaling 'Meer dan lezen'

2. Instructiefilmpje 'deelonderwerpen'

3. Aan de slag!

Wat is het doel van de inleiding?

Wat is het doel van het slot van een tekst?

Inleiding-middenstuk-slot

Inleiding: Doel: lezer nieuwsgierig maken naar de tekst. Manieren:

1. Het onderwerp aankondigen
2. een kort, grappig of bijzonder verhaaltje vertellen
3. Een of meer vragen stellen
4. de aanleiding voor het schrijven van de tekst noemen

Middenstuk:

Verschillende alinea's met per alinea een deelonderwerp

 Verschillende alinea's met daartussen een witregel. Hierboven staat een tussenkopje.

Slot:

Doel: tekst afsluiten

Manieren:

1. Een korte samenvatting van de tekst
2. een conclusie van de tekst
3. een advies

Inleiding, middenstuk, slot

Wat is de kernzin van de alinea?

Waar staat de kernzin meestal?

De kernzin:

• Bevat de belangrijkste informatie van een alinea
• Staat meestal aan het begin óf aan het einde van de alinea
• De rest van de alinea bestaat dan uit toelichting en/of voorbeelden 

Uitzonderingen:

1. Een alinea bevat géén kernzin. Alles is belangrijk. Bijvoorbeeld in een schoolboek.
2. De kernzin is de tweede zin, de eerste zin is dan een inleidende zin.
3. De kernzin staat in het midden van de alinea
4. Er zijn twee kernzinnen. De belangrijke informatie is dan verdeeld over meer zinnen.  

Wat is de hoofdgedachte?

De hoofdgedachte:

Als je het onderwerp en de hoofdzaken  met elkaar verbindt kun je meestal in één zin de hoofdgedachte van de tekst aangeven. 

De hoofdgedachte = de samenvatting van het onderwerp + de hoofdzaken, geformuleerd in één zin.

Startopdracht

Leg je huiswerk op tafel.

Je hebt deze les wel een wisbordje nodig!

Wat gaan we dit uur doen?

1. Nakijken formatieve toetsen

2. Nakijken huiswerk

3. Mededelingen

4. Korte voorbereiding leestoets

5. Voorlezen/quiz

Voorbereiding leestoets 1

Deze toets heb je de woensdag na de vakantie.

Hier kun je niet voor leren. Wel moet je de betekenis van een aantal begrippen kennen.

wat is een deelonderwerp?

wat is een deelonderwerp?

1. een onderwerp van een hoofdstuk
2. een onderdeel van het onderwerp
3. een aspect van het slot
4. een onderwerp van de eerste alinea

Wat is GEEN kenmerk van een alinea?
Een alinea

1. Een alinea begint op een nieuwe regel
2. Een alinea heeft een titel
3. Een alinea vertelt iets over een deelonderwerp van de tekst
4. Een alinea laat de regel inspringen

Wat is de bedoeling van de inleiding?
De inleiding is bedoeld om

1. de mening van de schrijver duidelijk te maken
2. een aantal deskundigen te introduceren
3. een uitleg te geven over de opbouw van de tekst
4. het onderwerp van de tekst aan te kondigen

Waar staat een kernzin en wat betekent de kernzin?

1. Vooraan in de alinea en het is de belangrijkste zin van de alinea
2. Vooraan in de alinea en het is de minder belangrijkste zin van de alinea
3. Achteraan in de alinea en het is de belangrijkste zin van de alinea
4. Middenin de alinea en het is de belangrijkste zin van de alinea

Wat is het onderwerp van een tekst? Het onderwerp van een tekst...

1. ... vertelt in één of een paar woorden waar de tekst over gaat.
2. ... vertelt wat het belangrijkste van de tekst is.
3. ... vertelt wat iemand ergens van vindt.
4. ... vertelt wat waar of niet waar is.

Lees de inleiding
nauwkeurig.

Wat is de functie van de inleiding?

1. aandacht trekken en onderwerp bekend maken
2. uitleg geven over gamen
3. centrale vraag stellen
4. samenvatting geven

Wat zijn leesstrategieën?

1. dat waar de tekst over gaat
2. de opbouw van een tekst
3. de verschillende soorten teksten die er bestaan
4. de verschillende manieren van lezen

Einde leesvaardigheid

Dit waren de belangrijkste begrippen die je moet begrijpen voor de leestoets. Vanaf nu komen er een aantal leuke weetvragen over van alles en nog wat.

Nederland is een ...

1. monarchie
2. democratie
3. oligarchie
4. aristocratie

Welke taal is er naast het Nederlands ook officieel in Nederland?

1. Fries
2. Zeeuws
3. Duits
4. Papiaments

Nederland =

1. lidwoord
2. zelfstandig naamwoord

Waarom gaat deze Nederlandse vestiging sluiten?
Nederlandse =

1. bijvoeglijk naamwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. hulpwerkwoord
4. zelfstandig werkwoord

In Australië vieren ze Kerst in de zomer.

1. Waar
2. Niet waar

Wat is de lerares Nederlands?
De lerares Nederlands geeft altijd les uit het boek.

1. pv
2. ow
3. wg
4. lv

Hoe noemen de Engelsen een oliebol?

1. Oily Ball
2. Dutch Doughnut
3. Raisinball
4. Oil Doughnut

Wat is eerder uitgevonden?

1. lucifers
2. aansteker

Een kakkerlak kan ..... dagen zonder hoofd overleven

1. 2
2. 5
3. 7
4. 12

Welke kleur had Coca Cola oorspronkelijk?

1. groen
2. rood
3. blauw
4. zwart

Een goudvis heeft een geheugen van...

1. een paar seconden
2. een paar minuten
3. een paar dagen
4. een paar maanden

Op de wereld zijn meer..

1. kippen dan mensen
2. mensen dan kippen

De angst hebben voor regen noem je:

1. ombrofobie
2. clinofobie
3. agorafobie
4. nostofobie

De omtrek van de aarde is ongeveer...

1. 38.000km
2. 40.000km
3. 42.000km
4. de aarde is niet rond

Op de planeet Jupiter regent het...

1. diamanten
2. zwavel
3. goud
4. niet

Melk van een nijlpaard is..

1. wit
2. geel
3. oranje
4. roze

Uit welke drie smaken bestaat een raket ijsje van Ola?

1. Aardbei Sinaasappel Ananas
2. Framboos Citroen Banaan
3. Framboos Sinaasappel Ananas
4. Aardbei Sinaasappel Banaan

Wat betekent het Zuid-Afrikaans woord "verkleurmannetje" in het Nederlands?

1. Kameleon
2. Lift
3. Kikker
4. Stewardess

1. Bach
2. Beethoven
3. Mozart
4. Brahms

1. D-akkoord
2. A-akkoord
3. F-akkoord
4. G-akkoord