2022 Pluriforme samenleving

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Opvoeding en socialisatie

1. zijn hetzelfde
2. zijn verschillend

Pluriforme samenleving

Dit is een muur.

Israël en Palestina

1. Wat zijn de belangrijkste waarden van De Verlichting (18e eeuw) ?

1. gezondheid en veiligheid
2. betrouwbaarheid en respect
3. vrijheid en gelijkheid
4. verliefdheid en meer licht

2. Welke omslag vond plaats tijdens De Verlichting (18e eeuw) ?

1. van wat eeuwig vastligt naar verandering
2. van dogma's naar onderzoek en verstand
3. Het geloof werd nog belangrijker
4. De Grondwetsverandering van 1848

En nu beginnen wij met de Pluriforme Samenleving, die ook wel wat Verlichting kan gebruiken.

1.De Nederlandse cultuur is de dominante cultuur in dit land.

1. Dat is niet waar.
2. Dat is waar.

2. Een cultuur die afwijkt van de overheersende cultuur.

1. Multiculturele samenleving
2. Subcultuur
3. Dominante cultuur
4. Tegencultuur

3. Cultuur die zich binnen een cultuur actief verzet tegen de normen en waarden van die cultuur.

1. tegencultuur
2. verzetscultuur
3. landscultuur
4. jongerencultuur

4. De 'krakersbeweging' was een vorm van tegencultuur.

1. juist
2. onjuist
3. een beetje juist

5. De Marokkaanse cultuur in Nederland is en ...................cultuur

1. Dominante cultuur
2. Sub cultuur
3. Tegen cultuur
4. Geen cultuur

6. Wat betekent culturele diversiteit?

1. Miscommunicatie bij mensen die verschillen
2. Veel geloven bij elkaar in de regio
3. Een verscheidenheid aan culturen
4. Mate van verschil

7. Waardoor is vooral na 1950 de culturele diversiteit op de wereld verminderd?

1. Door het kolonialisme
2. Door toerisme, handel en migratie
3. Door migratie van het platteland naar de stad
4. Door natuurrampen

8. Een ander woord voor culturele diversiteit is traditie.

1. Juist
2. Onjuist

9. Cultuur is

1. Vaststaand.
2. Ouderwets.
3. Dynamisch.
4. Voorspelbaar.

10. Wat was de Spartaanse opvoeding?

1. Vrouwen werden opgeleid tot huisvrouw
2. De ouderen kregen een kind die hen verzorgden
3. Jongeren werden getraind tot soldaten
4. Iedereen werd boer

11. Wat is een 'spartaanse opvoeding' ?

1. streng met veel discipline
2. liefdevol en verzorgend
3. curling achtig
4. veel discussie en praten

12. Socialisatie

1. Overnemen van gedrag.
2. Het overdragen van regels, waarden en normen.
3. Opvoeding waarbij je je eigen gang mag gaan.
4. Opvoeding waarbij er geëist wordt dat je volledig gehoorzaam bent.

13. Wat is socialisatie?

1. Hoe je cultuurkenmerken van je samenleving/groep leert
2. De socialiserende instituties
3. Waarom je iets van een andere cultuur overneemt
4. Gezellig met elkaar omgaan

14. De werkplek is een voorbeeld van een socialiserende institutie.

1. juist
2. onjuist

15. Wat is geen socialiserende institutie?

1. Media
2. Overheid
3. Ouders
4. Telefoon

16. De sociale identiteit van een persoon wordt gevormd door socialiserende instituties.

1. juist
2. onjuist

17. Wat is een goed voorbeeld van internalisatie ?

1. Je bent aardig voor iedereen
2. Je krijgt straf van je ouders
3. Je leert met mes en vork te eten, nu doe je dit automatisch
4. Je leert op veel plekken hoe je je moet gedragen

18. Internalisatie is

1. Bewust of onbewust aanleren van normen en waarden
2. Letten op hoe mensen zich gedragen
3. Aangeleerde normen en waarden gaan automatisch
4. Laten weten of iemand iets goed of fout doet

19. Bij internalisatie:....

1. is er sprake van onvolledige socialisatie
2. leren mensen door sociale controle cultuurkenmerken aan
3. staat de persoonlijke identiteit centraal
4. gedragen mensen zich zoals de omgeving van hen verwacht.

20. Wat is GEEN internalisatie ?

1. Fietsen
2. Schrijven
3. Praten
4. Een nieuwe taal leren

21. Autoritaire opvoeding

1. Overnemen van gedrag.
2. Het overdragen van regels, waarden en normen.
3. Opvoeding waarbij je je eigen gang mag gaan.
4. Opvoeding waarbij er geëist wordt dat je volledig gehoorzaam bent.

22. Wat is sociale cohesie?

1. afhankelijkheid
2. de mate waarin mensen door bindingen het gevoel hebben bij elkaar te horen
3. verschil in inkomen
4. ongelijke verdeling van kansen

23. Sociale cohesie is

1. De samenhang tussen mensen
2. De manier waarop mensen naar armoede kijken
3. De verschillen tussen groepen
4. De bevolkingsdichtheid in een stad

24. Door normvervaging is er minder criminaliteit

1. Juist
2. Onjuist

25. Stef gaat na een avond stappen "wildplassen".

1. Slechte opvoeding
2. Groepsgedrag
3. normvervaging
4. geen sociale controle

26. Wat betekent normvervaging?

1. Gelegenheid maakt de dief
2. Je weet dat het strafbaar is, maar je doet het toch
3. Gebrek aan maatschappelijke bindingen
4. de waarden worden gevolgd door het gedrag

27. Wat is de juiste volgorde van deze migratiestromen?

1. Surinamers, Turken, Syriërs, Molukkers.
2. Molukkers, Surinamers, Turken, Syriërs.
3. Molukkers, Turken, Surinamers, Syriërs.
4. Syriërs, Turken, Surinamers, Molukkers.

28. Welke ambtenaren voeren gesprekken met asielzoekers?

1. Van EU
2. Van de IND
3. Van het Ministerie van Binnenlandse Zaken
4. Van de VN

29. Waar kun je de Nederlandse nationaliteit aanvragen?

1. de advocaat
2. de belasting
3. de IND
4. de gemeente

30. Asielaanvragen worden in Nederland beoordeeld door:

1. de vreemdelingenpolitie
2. de IND
3. de marechaussee
4. het ministerie van Binnenlandse Zaken