5.3 De pluriforme samenleving

1 / 39
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Waarden zijn:
A
alles wat mensen belangrijk vinden in het leven.
B
de gedragsregels die belangrijk zijn in Nederland.
C
regels over hoe je je moeten gedragen.
D
belangen die alle Nederlanders delen.

Slide 5 - Quiz

Wat bedoelen we met de dominante cultuur?
A
De cultuur van de oudere generatie.
B
De subculturen die naast elkaar leven.
C
De cultuur van de meeste mensen in een land.
D
De cultuur van jongeren.

Slide 6 - Quiz

Met subcultuur bedoelen we cultuur die:
A
van een kleine groep mensen binnen de samenleving is.
B
hoort bij de grootste groep in de samenleving.
C
alleen populair is bij jongeren.
D
afgeleid is van de dominante cultuur.

Slide 7 - Quiz

Met pluriforme samenleving wordt een samenleving bedoeld waarin mensen:
A
met verschillende culturen en leefstijlen samen wonen.
B
toegelaten worden als politieke vluchtelingen.
C
geen conflicten hebben, ondanks hun verschillende achtergronden.

Slide 8 - Quiz

Nederland heeft een dominante cultuur. Omschrijf in je eigen woorden wat een dominante cultuur is.

Slide 9 - Open question

Wat is socialisatie?

Slide 10 - Open question

Wat is geen socialiserende institutie?
A
Media
B
Overheid
C
Ouders
D
Telefoon

Slide 11 - Quiz

Leg in je eigen woorden uit wat internalisatie betekent.

Slide 12 - Open question

Welke drie factoren beïnvloeden jouw persoonlijke identiteit?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Culturele diversiteit is...

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Wat staat in Artikel 1 van de grondwet?

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Video

Welke wet vind jij belangrijker? Vrijheid van meningsuiting of vrijheid van godsdienst. Leg uit waarom.

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Voor 1950 woonden er veel mensen met een migratie achtergrond in Nederland
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Noem drie groepen die na 1950 naar Nederland zijn verhuisd.

Slide 28 - Open question

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Noem drie kenmerken van de pluriforme samenleving.

Slide 33 - Open question

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Wat betekent het woord: tolerantie

Slide 36 - Open question

Slide 37 - Video

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide