Gezonde leefstijl





Leefstijl
Les 6: BRAVO (deelopdracht 1)
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1-3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson





Leefstijl
Les 6: BRAVO (deelopdracht 1)

Slide 1 - Slide

Inhoud les
  • Module planning
  • BRAVO
  • Quiz
  • Stellingen (deelopdracht 2)

Slide 2 - Slide

Module planning

Slide 3 - Slide

BRAVO
BRAVO staat voor de verschillende factoren die betrekking hebben op een gezonde leefstijl:

B staat voor voldoende bewegen
R voor niet roken
A voor matig met alcohol
V voor gezonde voeding
O voor voldoende ontspanning.

Slide 4 - Slide



Quiztime
Wat weten jullie al over alcohol, roken en drugs?

Slide 5 - Slide

In welk glas drank zit het meeste alcohol?
A
In een glas bier
B
In een glas wijn
C
In een shotje jenever
D
In alle drie de glazen zit evenveel alcohol

Slide 6 - Quiz

Meiden zijn gevoeliger voor alcohol dan jongens.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Een kater is een vorm van alcoholvergiftiging
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Na hoeveel jaar, na te zijn gestopt met roken, is het risico op hart- en vaatziekten (gemiddeld)
gelijk aan een niet-roker?
A
5 jaar
B
10 jaar
C
15 jaar
D
20 jaar

Slide 9 - Quiz

Als je als zwangere moeder rookt komt er alleen nicotine in het bloed van het ongeboren kind.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Nicotine is de verslavende stof in tabak
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Koolmonoxide in tabaksrook veroorzaakt kanker.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Hasj en wiet zijn softdrugs. Dit is zo omdat het gebruik ervan vrijwel geen schadelijke effecten kan hebben voor de gezondheid.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Drugs kunnen een stimulerende verdovende of trippende werking hebben. Welk effect heeft cocaïne vooral?
A
Vooral een stimulerende werking
B
Vooral een verdovende werking
C
Vooral een trippende werking

Slide 14 - Quiz

Hoe kan je merken dat iemand GHB in je drankje heeft gedaan?
A
Dit kan je zien
B
Dit kan je ruiken
C
Dit kan je proeven
D
Het is onmogelijk om te zien, ruiken en/ of proeven

Slide 15 - Quiz

Deelopdracht 2: roken, alcohol, drugs
Vraag stellingen over roken, alcohol en drugs aan de docent. De docent vertelt op welke manier jullie in discussie gaan.

Voer een discussie over stellingen die te maken hebben met roken, alcohol en/of drugs en schrijf samen een conclusie.

Slide 16 - Slide