Quiz: Basistechnieken van het vak koken

 Basistechnieken van het vak koken
1 / 21
next
Slide 1: Slide
KokenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

 Basistechnieken van het vak koken

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je vragen beantwoorden over de basistechnieken van het vak koken.

Slide 2 - Slide

Leg aan het begin van de les de leerdoelen uit aan de leerlingen.
Wat weet je al over de basistechnieken van het vak koken?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn basistechnieken?
Basistechnieken zijn de vaardigheden die je nodig hebt om goed te kunnen koken, zoals snijden, bakken en koken.

Slide 4 - Slide

Beschrijf in het kort wat basistechnieken zijn en geef voorbeelden.
Snijden
Snijden is het in stukken verdelen van ingrediënten, zoals groenten, vlees of fruit.

Slide 5 - Slide

Leg uit wat snijden inhoudt en geef tips voor het snijden van verschillende ingrediënten.
Bakken
Bakken is het bereiden van voedsel in een oven of op het vuur, zoals het bakken van brood, koekjes en vlees.

Slide 6 - Slide

Beschrijf wat bakken is en geef voorbeelden van gerechten die je kunt bakken.
Koken
Koken is het bereiden van voedsel in een vloeistof, zoals het koken van pasta, rijst of soep.

Slide 7 - Slide

Leg uit wat koken inhoudt en geef voorbeelden van gerechten die je kunt koken.
Stomen
Stomen is het bereiden van voedsel met behulp van stoom, zoals gestoomde groenten of vis.

Slide 8 - Slide

Beschrijf wat stomen is en geef voorbeelden van gerechten die je kunt stomen.
Grillen
Grillen is het bereiden van voedsel op een grill, zoals het grillen van vlees, vis of groenten.

Slide 9 - Slide

Leg uit wat grillen inhoudt en geef voorbeelden van gerechten die je kunt grillen.
Roosteren
Roosteren is het bereiden van voedsel onder een directe hittebron, zoals het roosteren van brood of noten.

Slide 10 - Slide

Beschrijf wat roosteren inhoudt en geef voorbeelden van gerechten die je kunt roosteren.
Frituren
Frituren is het bereiden van voedsel in hete olie of vet, zoals het frituren van frietjes of snacks.

Slide 11 - Slide

Leg uit wat frituren inhoudt en geef voorbeelden van gerechten die je kunt frituren.
Kruiden en specerijen
Kruiden en specerijen geven smaak aan gerechten, zoals zout, peper, knoflook en paprika.

Slide 12 - Slide

Beschrijf het belang van kruiden en specerijen in de keuken en geef voorbeelden.
Voedselbereidingstechnieken
Naast de kooktechnieken zijn er ook andere voedselbereidingstechnieken, zoals marineren, blancheren en pureren.

Slide 13 - Slide

Beschrijf kort enkele andere voedselbereidingstechnieken en geef voorbeelden.
Quizvraag 1
Wat is snijden?

Slide 14 - Slide

Stel de quizvraag aan de leerlingen en geef ze even de tijd om na te denken.
Quizvraag 2
Wat is het verschil tussen bakken en koken?

Slide 15 - Slide

Stel de quizvraag aan de leerlingen en geef ze even de tijd om na te denken.
Quizvraag 3
Wat is het bereiden van voedsel met behulp van stoom?

Slide 16 - Slide

Stel de quizvraag aan de leerlingen en geef ze even de tijd om na te denken.
Quizvraag 4
Wat is het bereiden van voedsel onder een directe hittebron?

Slide 17 - Slide

Stel de quizvraag aan de leerlingen en geef ze even de tijd om na te denken.
Quizvraag 5
Wat is het bereiden van voedsel in hete olie of vet?

Slide 18 - Slide

Stel de quizvraag aan de leerlingen en geef ze even de tijd om na te denken.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 19 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 20 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 21 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.