final writing practise

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 6

Unit

Nederland waterland

Schema vandaag

Paper 1 writing bespreken

welke topics?

welke criteria?

Schrijven oefenen

Paper 1 writing

1 hour 15 mins.

30 marks

Maandag 28 november

1 writing task 250-400 words from a choice of 3

each from a different theme

choose the text type that fits the task best

De opbouw van een tekst/the structure of a text

Structuur van een tekst

• Inleiding-introduction
• Kern (middenstuk) -core/middle part
• Slot-end
• Elk tekstdeel heeft zijn eigen functie en opbouw (every part has it's function/build up)

De inleiding

• aandacht trekken/get the attention of the reader
• het publiek motiveren om de tekst te lezen/motivate people to keep reading
• informatie geven over wat komen gaat/give info on what is coming

!! Meestal één alinea/usually 1 paragraph

!! Titel hoort NIET bij de inleiding/title is not part of intro

De kern-middle part

• grootste deel tekst/biggest part of text
• samenhangende brokjes informatie/bits of info that are connected
• deelonderwerpen kern sluiten aan op inleiding/connect to intro
• is ingedeeld in alinea's/divided in paragraphs

        

       

De kern

• Lay-out met tussenkopjes, witregels en signaalwoorden>overzicht en samenhang
• Lay-out with subtitles, blank lines, and signalwords give overview and coherence
• WWWWWH-vragen (wie, wat, waar, waarom, wanneer, hoe)

Volgorde deelonderwerpen/order subtopics in a text

Bijvoorbeeld:

• vroeger/past - nu/present (tijd/time);
• stelling (statements) - argumenten - weerleggen tegenargumenten ();
• oorzaak - gevolg (cause and effect)

Het slot/the end

• De tekst wordt samengevat/text is summarized
• Het belangrijkste wordt herhaald/most important info is repeated
  
• No new info!

In het slot komt géén nieuwe informatie!

Tekstdoelen

Informeren 

Amuseren/vermaken

Overtuigen

Activeren

Je gevoel uitdrukken

Tekstvormen voorbeelden

verslag

verhaal

artikel

advertentie

dagboek, felicitatiekaart

Tekstsoorten

https://docs.google.com/presentation/d/1mcgzZkfTjDJXK4wuO5a_0YGCBTIs19Ai/edit#slide=id.p4

start bij slide 4

opsommend-enumerating (first ..., second ..) 

Chronologisch/tijdsvolgorde-chronological, 

oorzaak-cause, reden-reason, 

tegenstellend-contrasting,
vergelijking-comparing,

voorbeeld-example, voorwaarde-prerequisite

samenvatting-summarizing, conclusie-concluding

task

Signaalwoorden. Oefen met de signaalwoorden (copy) in oefening 6. Schrijf ook op om welk tekstverband het gaat. 

Schrijf opdracht

In de kantine verkopen ze snoep, koek, frisdrank, worstenbroodjes en kaasbroodjes. De directie (HoS) wil dit veranderen. Geen vette en zoete dingen meer. Het argument is dat veel kinderen te dik zijn. Schrijf voor de schoolkrant een artikel met jouw mening. Wat vind jij van het plan?

Geef minimaal 2 argumenten. Gebruik de signaalwoorden.