Voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt

Spelling
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2,3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

Spelling

Slide 1 - Slide

Wat leer je? Wat oefen je?

  • Correct vervoegen van een voltooid deelwoord, gebruikt als bijvoeglijk naamwoord.
  • Correct vervoegen van werkwoorden.

Slide 2 - Slide

Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

Slide 3 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord?

Slide 4 - Mind map

Welk woord is een bn?
Zijn handen waren bijna bevroren door de winterse kou.
A
zijn
B
bijna
C
door
D
winterse

Slide 5 - Quiz

Welk woord is een bn?
De docent beweerde dat domme vragen niet bestonden.
A
docent
B
beweerde
C
domme
D
bestonden

Slide 6 - Quiz

Welk woord is een bn?
Vele handen maken licht werk.
A
vele
B
handen
C
licht
D
werk

Slide 7 - Quiz

In welke zin zit een bijvoeglijk naamwoord?
A
Leraren zijn niet te vinden.
B
Rebecca vraagt aan Jan een boek.
C
Morgen verhuizen wij naar Stabroek.
D
Wij gaan een nieuw huis bouwen.

Slide 8 - Quiz

Wat is 'verlichte'?
Zondag gaan wij naar de verlichte markt in Antwerpen.
A
onderwerp
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
D
werkwoord

Slide 9 - Quiz

Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

Een voltooid deelwoord dat je als bijvoeglijk naamwoord (VDBN) gebruikt, verbuig je zoals je een ander bijvoeglijk naamwoord verbuigt ( +e )

verlicht --> de verlichte markt
betaald --> de betaalde factuur

Slide 10 - Slide

Regel: Schrijf het zo kort mogelijk op!

Slide 11 - Slide

Maak van het werkwoord een VDBN.
de... biljetten (tellen)

Slide 12 - Open question

Maak van het werkwoord een VDBN.
de ... tong (verbranden)

Slide 13 - Open question

Maak van het werkwoord een VDBN.
de ... gsm (opladen)

Slide 14 - Open question

Maak van het werkwoord een VDBN.
de ... bakvorm (invetten)

Slide 15 - Open question

Kies het juiste VDBN
de ... passagiers (standen)
A
gestrande
B
gestrandde
C
gestranden
D
gestrandden

Slide 16 - Quiz

Kies het juiste VDBN
het ... huis (afbranden)
A
afbrandde
B
afgebranden
C
afgebrande
D
afgebrandde

Slide 17 - Quiz

Kies het juiste VDBN
de ... muren (verven)
A
verfde
B
geverfde
C
geverfden
D
geverfdde

Slide 18 - Quiz

Kies het juiste VDBN
de ... foto (vergroten)
A
vergroote
B
vergrootte
C
vergrote
D
vergroten

Slide 19 - Quiz

Kies het juiste VDBN
het ... geld (besteden)
A
besteede
B
bestede
C
besteeden
D
besteden

Slide 20 - Quiz

C. Werkwoordspelling

Slide 21 - Slide

Noteer de juiste vorm van het werkwoord.

Slide 22 - Slide

Tot een botsing is het al lang niet meer ... (komen)

Slide 23 - Open question

Het is druk, want er ... (zweven) veel meer in ons zonnestelsel dan je denkt.

Slide 24 - Open question

Een ... (opluchten) reactie is te voorbarig.

Slide 25 - Open question

Echt gevaarlijk ... (worden) het volgens de NASA niet.

Slide 26 - Open question

De NASA heeft via ... (uittesten) computermodellen ... (becijferen) dat er gevaarlijke aardscheerders zijn.

Slide 27 - Open question

Een ... (verwoesten) aarde is dus nog altijd een mogelijk toekomstbeeld.

Slide 28 - Open question