12.1 Eigenschappen doorgeven

Welkom
- Boek, schrift, pen/potlood op tafel.
- Huiswerk in de agenda zetten.
- Les §12.1 Eigenschappen doorgeven
Leerdoelen
- Je kunt uitleggen wat homozygoot en heterozygoot betekent.
- Je kunt uitleggen wat dominant en recessief is.
- Je kunt uitleggen hoe eigenschappen overerven.
- Je kunt voorspellen welke eigenschappen nakomelingen kunnen hebben.
Huiswerk
Lezen (Lz) §12.1
Maken (Mk) en Nakijken (Nk) §12.1
Samenvatten §12.1

1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom
- Boek, schrift, pen/potlood op tafel.
- Huiswerk in de agenda zetten.
- Les §12.1 Eigenschappen doorgeven
Leerdoelen
- Je kunt uitleggen wat homozygoot en heterozygoot betekent.
- Je kunt uitleggen wat dominant en recessief is.
- Je kunt uitleggen hoe eigenschappen overerven.
- Je kunt voorspellen welke eigenschappen nakomelingen kunnen hebben.
Huiswerk
Lezen (Lz) §12.1
Maken (Mk) en Nakijken (Nk) §12.1
Samenvatten §12.1

Slide 1 - Slide

Begrippen §11.4
Chromosomen - bestaan uit de stof DNA. 
Op chromosomen liggen genen - de erfelijke informatie.

Geslachtscellen - 23 chromosomen
Lichaamscellen - 46 chromosomen (helft van je vader, helft van je moeder).

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Hoeveel chromosomen bevat een ‘normale’ lichaaamscel?
A
46 chromosomen
B
44 chromosomen
C
33 chromosomen
D
23 chromosomen

Slide 5 - Quiz

Welke volgorde van 'groot naar klein' klopt?
A
DNA--> gen --> chromosoom
B
Gen --> DNA --> chromosoom
C
Chromosoom --> gen --> DNA
D
DNA --> gen --> chromosoom

Slide 6 - Quiz

Wat is het verschil tussen genotype en fenotype?

Slide 7 - Open question

Genotypen/fenotypen 
Genotype: informatie van 2 allelen voor 1 eigenschap.
Dus de info die in je DNA 'staat'.

Fenotype: de informatie (of 'kenmerken') die je aan de 'buitenkant' ziet van persoon.

Slide 8 - Slide

Eigenschappen doorgeven
-Één gen (bv voor oogkleur) bestaat uit meerdere vairanten.
bv 1 allel voor bruin, 1 allel voor blauw.
- In je lichaamscel zitten 23 x 2 chromosomen (1 van elke ouder)
bv: 2 allelen voor blauw, of 1 voor bruin, 1 voor blauw, of...

- voor élke eigenschap heb je in je lichaamscellen dus 2 allelen: 1 van je moeder, 1 van je vader.
 

Slide 9 - Slide

Heterozygoot en homozygoot
Homozygoot: als twee allelen voor de eigenschap gelijk aan elkaar zijn (bijvoorbeeld voor oogkleur: beiden blauw).

Heterozygoot: als de twee allelen verschillend zijn (bijvoorbeeld blauw/bruin).

Slide 10 - Slide

Heterozygoot

Slide 11 - Slide

Homozygoot of heterozygoot?
A
Homozygoot
B
Heterozygoot

Slide 12 - Quiz


A
Genotype
B
Fenotype

Slide 13 - Quiz

Welke stelling is juist?
A
Fenotype = genotype + milieu
B
Milieu = genotype + fenotype
C
Genotype = fenotype + milieu

Slide 14 - Quiz

Recessief en dominant
Stel je voor, je ontvangt (voor oogkleur) een blauw allel van je moeder, en een bruine van je vader. Jij zal dan hoogstwaarschijnlijk bruine ogen hebben.
Dat bruine allel, noem je dominant: het overheerst over het blauwe. 
Het onderdrukte allel noem je recessief.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Hoe noteer je genotypen?
Om genotypen kort en overzichtelijk op te schrijven, gebruiken we letters:
*Dominante allelen geef je aan met een hoofdletter
*Recessieve allelen geef je aan met een kleine letter. 
Tip: Kies áltijd een letter waarbij de hoofdletter niet lijkt op de kleine letter. 

Slide 17 - Slide

Hoe noteer je genotypen?
Voor elke eigenschap 2 allelen (want op elk chromosoom - van moeder en van vader- ligt er één)
Daarom: een genotype 'code' bestaat uit 2 letters. 
*BB betekent homozygoot dominant

*Bb betekent heterozygoot
*bb betekent homozygoot recessief

Slide 18 - Slide

Taaislijmziekte is een ernstige erfelijke ziekte die wordt veroorzaakt door een recessief gen (r). Mensen die het dominante gen (R) bezitten, hebben de ziekte niet.
Het onderzoek wijst uit dat de baby geen taaislijmziekte zal krijgen.
Welk genotype of welke genotypen kan de baby hebben?  
Sleep het vinkje naar het goede antwoord.

rr
Rr
RR

Slide 19 - Drag question

Mevrouw Pierik heeft blauwe ogen. Wat kan de code van haar genotype wat betreft 'oogkleur' zijn? (Tip: gebruik niet de letter 'O' - die verschilt namelijk niet van hoofd-of kleine letter!)

Slide 20 - Open question

Hoe zien de nakomelingen eruit?
Je kunt aan de hand van het genotype van ouders, een voorspelling doen over het genotype van de nakomelingen.
Hiervoor gebruik je een kruisingsschema

(Kruising = twee ouders die samen nakomelingen krijgen)

Slide 21 - Slide

Hoe maak ik een kruisingsschema?

Slide 22 - Slide

Opdracht: kruisingsschema maken
Cavia's: eigenschap is het haar: langharig (dominant) of kortharig (recessief). Man is heterozygoot voor langharig. Vrouw is homozygoot voor kortharig.

1. Geef het genotype voor beide cavia's.
2. Geef het genotype van de nakomelingen, maak hiervoor een kruisingsschema.
3. Wat is het fenotype van de nakomelingen?
4. Hoe groot is de kans op ieder fenotype?

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video


Bij mensen is het gen voor bruine ogen dominant over het gen van blauwe ogen. De vader van Juul en Jacques heeft blauwe ogen. Moeder heeft bruine ogen. Juul heeft blauwe ogen.

Hoe groot is de kans dat Jacques bruine ogen heeft?
Tip: Maak een kruisingsschema
A
0%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 25 - Quiz

Zijn er nog vragen of opmerkingen?

Slide 26 - Open question

Aan de slag
Maken en nakijken §12.1
Samenvatten §12.1

Slide 27 - Slide