2.6 en 2.7 Cellen van dieren en planten

1 / 14
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Doelen van deze les
 Je weet dat een organisme bestaat uit cellen.

 Je kunt de delen van cellen van dieren noemen.
Je kunt de delen van cellen van planten noemen.

Je kunt de verschillen tussen de cellen van planten en dieren noemen. 

Slide 2 - Slide

Van cel tot organisme

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Cellen
Alle organismen bestaan uit cellen. Cellen zijn de bouwstenen van een organisme. 
Cellen zijn erg klein. Je kunt ze alleen zien onder een microscoop. 


Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Dierlijke cel
Een dierlijke cel heeft 3 onderdelen:

  1. Celmembraan
  2. Cytoplasma
  3. Celkern

Slide 9 - Slide

Plantencel
Een plantaardige cel heeft ook deze 3 onderdelen:

1. Celmembraan
2. Cytoplasma
3. Celkern
Maar ook:
4. Celwand
5. Vacuole
6. Bladgroenkorrels

Slide 10 - Slide

verschil plantencel / dierlijke cel

Zie jij de verschillen tussen de dierlijke cel en de plantaardige cel?


Dit is een dierlijke cel.
Dit zie je omdat deze geen bladgroenkorrels, celwand en vacuole heeft
Dit is een plantaardige cel.
Dit zie je omdat je wel een celwand, vacuole en bladgroenkorrel kunt zien

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Opdracht!
We gaan met zoutdeeg deze cellen namaken!

Doel:
Ik kan een 2d dierlijke en planten cel maken met alle onderdelen. 
Dit is een dierlijke cel.
Dit zie je omdat deze geen bladgroenkorrels, celwand en vacuole heeft
Dit is een plantaardige cel.
Dit zie je omdat je wel een celwand, vacuole en bladgroenkorrel kunt zien

Slide 13 - Slide

Aan de slag!
LEES de tekst van 2.5 en 2.6 en MAAK de opdrachten. 

Slide 14 - Slide