- Maak Hoofdstuk 2 Voorkennis opdrachten: opdr. 1 t/m 5
Nodig: de BINAS!
timer
10:00
Slide 11 - Slide
Organisatieniveaus
Bij biologie kun je dingen op verschillende organisatie niveaus bestuderen.
Van molecuul tot systeem Aarde.
Slide 12 - Slide
Molecuul
Een structuur die bestaat uit meerdere atomen en met alle eigenschappen van die bepaalde stof
±1 μm
Slide 13 - Slide
Organel
Een onderdeel van een cel met een bepaalde taak
±1 μm
Slide 14 - Slide
Cel
Functionele basiseenheid van elk organisme
± 50 μm
Slide 15 - Slide
Weefsel
Een groep cellen met dezelfde bouw en dezelfde functie
Slide 16 - Slide
Orgaan
Verschillende weefsels die samenwerken aan een bepaalde taak
Slide 17 - Slide
Orgaanstelsel
Diverse organen die samen een bepaalde taak hebben
Slide 18 - Slide
Organisme
Een levend wezen
Slide 19 - Slide
Populatie
Groep organismen van een bepaalde soort in een bepaald gebied
Slide 20 - Slide
Levensgemeenschap
Alle organismen (en hun onderlinge relaties) in een bepaald gebied
Slide 21 - Slide
Ecosysteem
Een begrensd gebied waarbij de levende en levenloze natuur relaties hebben
Slide 22 - Slide
Systeem Aarde
Een dynamisch systeem gevormd door alle fysische, chemische en biologische processen op aarde en hun onderlinge interacties
Slide 23 - Slide
Emergente eigenschap
Pas zichtbaar op een hoger organisatie-niveau.
Ontstaat door interactie.
Slide 24 - Slide
Opdrachten
via Nectar digitaal (kies route A, B of C):
Lees "organisatieniveau's", "molecuul naar systeem" en "emergente eigenschappen"
Maak opdr. 2 t/m 4 (leerdoel 1) en opdr. 7 t/m 10 (leerdoel 2) via route B
via Boek stencil:
Lees blz. 47 + 48
Maak opdr. 1 t/m 4 en opdr. 7
timer
20:00
Slide 25 - Slide
Het eerste leven op aarde:
Slide 26 - Slide
Kenmerken van leven
Levenskenmerken:
- Opgebouwd uit 1 of meer cellen
- Beweging
- Groei en ontwikkeling
- Voortplanting (reproductie)
- Stofwisseling (opnemen, omzetten en afgeven van stoffen)
- Waarnemen van en reageren op prikkels (veranderingen in de omgeving)
- Erfelijk materiaal
Slide 27 - Slide
Een hele bijzondere ontdekking dit jaar!
Lees het artikel uit de volkskrant. Wat maakt de vondst van deze reuzenbacterie zo bijzonder?
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Video
Oppervlakte/ inhoud
Een cel kan niet zo groot zijn omdat anders de oppervlakte (nodig voor stofwisseling) te klein wordt t.o.v. de inhoud.
Slide 30 - Slide
Waarom is een eencellige beperkt in grootte?
- Grotere cel --> verhouding tussen oppervlakte en volume kleiner, want volumetoename (^3) is groter t.o.v. oppervlaktetoename (^2).
- Grotere cel heeft meer voedingstoffen en zuurstof nodig voor celprocessen
- Stofwisseling vindt plaats via de celmembraan, maar door het kleinere oppervlak van de celmembraan in verhouding tot de inhoud is stofwisseling te langzaam.
Slide 31 - Slide
Zoogdieren verliezen veel warmte via de huid. Ten opzichte van bruine beren zijn ijsberen daarom...
A
Groter
B
Kleiner
Slide 32 - Quiz
2.1 dl1 Leerdoelen + Begrippen
Leerdoel 1: Je herkent de biologische organisatieniveaus.