Werkwoordspellingquiz

(worden) ... je vader boos als je een onvoldoende haalt?
A
word
B
wordt
1 / 12
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

(worden) ... je vader boos als je een onvoldoende haalt?
A
word
B
wordt

Slide 1 - Quiz

Onze leraar ….. iedere dag naar school.
A
joggt
B
joggd
C
jogt
D
jogd

Slide 2 - Quiz

In welke zin is de persoonsvorm goed gespeld?
A
Tante Joke verstaptte zich tijdens het traplopen.
B
Joris deelde mijn mening niet.
C
Anne promoote haar zelfgemaakte cd´s.
D
Ik vergrote mijn kans op het kampioenschap.

Slide 3 - Quiz

Bij het mentorgesprek ___ de leraar Hannah met zittenblijven als haat cijfers niet verbeteren.
A
confronteren
B
confronteerde
C
confronteerden
D
confronteer

Slide 4 - Quiz

In welke zin is het voltooid deelwoord goed gespeld?
A
Het hout is opgebrand.
B
Het hout is opgebrandt.

Slide 5 - Quiz

Afgelopen weken ... we veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden

Slide 6 - Quiz

Het ... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurdde
C
gebeurdt
D
gebeurt

Slide 7 - Quiz

De docent ... ons op onze kennis van werkwoordspelling.
A
beoordeeld
B
beoordeelt

Slide 8 - Quiz

Vervoeg het werkwoord tussen haakjes op de juiste manier: Ik ... (vinden) dat hij eerlijk moet zijn.

Slide 9 - Open question

Vervoeg het werkwoord tussen haakjes op de juiste manier: De jongens ... (stoten) gisteren de vaas van de tafel.

Slide 10 - Open question

Vervoeg het werkwoord tussen haakjes op de juiste manier: De behoefte om een sigaret te roken ... (verminderen) met een nicotinepleister.

Slide 11 - Open question

De film wordt door de pers ... (bejubelen).
A
bejubelt
B
bejubeld

Slide 12 - Quiz