les 1

les 1
1 / 25
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolmavoLeerroute 2Leerroute MLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 7 min

Items in this lesson

les 1

Slide 1 - Slide

Wat willen fascisten?
A
Een sterke leider.
B
Houden van geweld.
C
Opkomen voor hun eigen land en volk.
D
Alle antwoorden zijn goed.

Slide 2 - Quiz

wat wilden fascisten niet
A
een sterk leider
B
macht gelijk verdeeld
C
een sterk leger
D
macht bij één partij

Slide 3 - Quiz

Wat zijn fascisten?
A
De volgelingen van Hitler.
B
Mensen die één sterke leider willen en opkomen voor hun eigen land en volk. Ze houden van geweld.
C
Mensen die tegen geweld zijn.
D
Mensen die graag zelf willen regeren en alle wapens willen verbieden.

Slide 4 - Quiz

Wat is geen standpunt van de fascisten?
A
1 leider
B
nationalisme is slecht
C
niet denken maar doen
D
geweld is goed

Slide 5 - Quiz

Wat is een totalitaire staat?
A
Snelle actie door militairen of politie in een bepaald gebied, waarbij een bepaalde groep mensen wordt opgepakt.
B
Het tegenwerken van de bezetter van een land.
C
Een land waarin de bestuurders het leven van de inwoners volledig beheersen en controleren.
D
Een concentratiekamp dat was ingericht om zoveel mogelijk mensen te vermoorden.

Slide 6 - Quiz

Wat hoort er niet bij een totalitaire staat?
A
propaganda
B
indoctrinatie
C
massacommunicatiemiddelen
D
een parlement

Slide 7 - Quiz

Adolf Hitler in 1933
A
gekozen door het volk
B
pleegde een staatsgreep
C
verloor de verkiezingen

Slide 8 - Quiz

Adolf Hitler was de leider van...
A
Het Nationaal Socialisme
B
Het Fascisme
C
Het communisme
D
Het socialisme

Slide 9 - Quiz

De bijnaam van Adolf Hitler was...
A
de Leider
B
de Führer
C
de Baas
D
de Almachtige

Slide 10 - Quiz

Adolf Hitler is geboren in
A
Oostenrijk
B
Duitsland
C
Frankrijk
D
Italie

Slide 11 - Quiz

Adolf Hitler is een....
A
communist
B
fascist
C
nationaal-socialist
D
nationaal-democraat

Slide 12 - Quiz

Wat was geen doel van Adolf Hitler?
A
Alle etnische Duitsers verenigen in één land.
B
Grondstoffen voor de Duitse industrie.
C
Bondgenoten worden met Engeland in de tegen de Sovjet-Unie.
D
Levensruimte voor de Duitsers > Oost-Europa.

Slide 13 - Quiz

Hitler
Adolf Hitler

Slide 14 - Drag question

Hoort bij Hitler of niet?
Niet bij Hitler                                   Wel bij Hitler
Lief zijn
Wereld Oorlog begonnen
Is altijd kwaad
Had een hekel aan joden

Slide 15 - Drag question

Tijdbalk - Opkomst Hitler
Zet de gebeurtenissen op chronologische volgorde
Hitler kreeg steun voor machtigingswet

Bierkellerputsch
NSDAP enige toegestane partij
Hitler benoemt tot rijkskanselier
Rijksdagbrand
Hitler schrijft mein kampf

Slide 16 - Drag question

Hitler moet naar de gevangenis.
Hitler schrijft een boek over Duitsland.
Hitler probeert aan de macht te komen in Duitsland.
Hitler wordt leider van Duitsland.
Hitler richt een politieke partij op.
Adolf Hitler wordt geboren in Oostenrijk.
Adolf Hitler wil kunstenaar worden. Dat mislukt.

Slide 17 - Drag question

NSDAP
A
Het individu is totaal ondergeschikt aan de staat
B
Nationaalsocialistische Duitse Arbeiders Partij
C
Levensruimte
D
De theorie dat er onderscheid is tussen rassen

Slide 18 - Quiz

Wat is een kenmerk van de NSDAP? Maak de zin af:

De NSDAP is een partij …
A
...die voor een dictatuur is
B
...die voor samenwerking met de communisten is
C
...die voor vrijheid van meningsuiting is
D
...die voor vrije verkiezingen is

Slide 19 - Quiz

Wat betekent NSDAP?
A
Nationaal-Socialistische Duitse Arbeiders Partij
B
Nationaal-Socialistische Democratische Arbeiders Partij
C
Nationaal-Socialistische Duitse Arische Partij
D
Nationaal-Socialistische Duitse Arbeiders Politiek

Slide 20 - Quiz

Adolf Hitler in 1933
A
gekozen door het volk
B
pleegde een staatsgreep
C
verloor de verkiezingen

Slide 21 - Quiz

Het is 1933...
Hitler was..
A
leider van de grootste partij van Duitsland
B
rijkskanselier
C
dictator
D
leider van Duitsland

Slide 22 - Quiz

Wat staken de nazi's in 1933 in brand?
A
De Hitlerbunker
B
Het Witte Huis
C
De Eiffeltoren
D
De Reichstag

Slide 23 - Quiz

In Duitsland na 1933 was er geen vrijheid van meningsuiting
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quiz

Hoe profiteerde Hitler in 1933 van de Rijksdagbrand?
A
Machtigingswet gaf hem volledige controle
B
Hij liet de communisten opsluiten
C
Marinus van der Lubbe werd zijn handlanger
D
De Rijksdag was verwoest

Slide 25 - Quiz