Tijdvak 6 - Introductie

Ga zitten volgens de plattegrond
 (pak je computer en start met de evaluatie in teams)
1 / 33
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Ga zitten volgens de plattegrond
 (pak je computer en start met de evaluatie in teams)

Slide 1 - Slide

graag deze invullen! staat in teams!

timer
6:00

Slide 2 - Slide

Toets
  • Vrijdag overleg met de andere twee docenten. Cijfer kan nog een beetje veranderen, dus doe er geen individuele uitspraken over nu.

  • Niet goed gemaakt, gemiddeld cijfer 5,2
  • 9 voldoendes, 14 onvoldoendes
  • Nog 3 mensen moeten de toets maken?


Slide 3 - Slide

Introductie P2 

Slide 4 - Slide

Programma

1.  Deze periode: Onderwerp, toets & planning (5 min)
2. Start nieuwe periode  (15 min)
3. Opdracht nieuwe periode (12 min)
4. Algemene opmerkingen over de toets/ toetsinzage  van de eigen toets mag na de  laatste inhalers (5 min)

Slide 5 - Slide

Toetsen periode 2

19 december: toets tijdvak 6
Toetsweek 2: Toets tijdvak 7&8


Programma tot de kerst

6.1 Een Wereldeconomie
6.2 De Gouden eeuw van Nederland
6.3 Het absolutisme
6.4 De wetenschappelijke revolutie
19 december: Toets!
Agenda

Slide 6 - Slide

Waarom ook Tv 1 tot en met 4?
  • Tijdvak 1 t/m 4 zijn uit het havo-eindexamen gehaald
  • Deze tijdvakken moeten van de overheid alsnog wel behandeld worden
  • Daarom moeten scholen TV 1 t/m 4 behandelen in het PTA

Slide 7 - Slide

Planning

Slide 8 - Slide

Hoe gaan we werken?
Meer:
- Elke week opdrachten maken
- stilte tijdens de uitleg
- zitten volgens plattegrond

Meenemen:
- Bij een onvoldoende: schrift voor aantekeningen en opdrachten. 
- Voldoende? Eigen keuze digitaal of zelf.
- Opgeladen computer

Leermateriaal
- Presentaties in LessonUp
- Liever powerpoint- presentaties in Teams
- Je gebruikt verder: Geschiedeniswerkplaats  


Slide 9 - Slide

Introductie tijdvak 6
Opfrissen kennis
Introductie Regenten en vorsten 
- Hoe zag de wereld eruit?
- 4 kenmerkende aspecten
- 4 belangrijke personen

Slide 10 - Slide

1) Wat was de aanleiding voor de ontdekkingsreizen?
A
De val van Constantinopel verminderde de toegankelijkheid tot het Aziatische handelsnetwerk
B
de technische vooruitgang bij de bouw en navigatie van schepen
C
de wil om vreemde volken te bekeren tot het christelijke geloof
D
Na eeuwen van lockdown kon je weer reizen.

Slide 11 - Quiz

2) Wat is Renaissance?
A
Italiaans voor middeleeuwen
B
Strijd tussen keizer en paus
C
Bloeiperiode van de kunst
D
Ander woord voor Romeinse tijd

Slide 12 - Quiz

3) Wat betekent Reformatie?
A
Daar zijn de gereformeerden lid van.
B
Periode waarin mensen de rooms katholieke kerk wilden veranderen.
C
Aanhanger van christelijke godsdienst die uit protest werd opgericht.
D
Burgerlijke bestuurder van een stad of gewest.

Slide 13 - Quiz

4) KA TV5: Het veranderende mens- en wereldbeeld van de Renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.

Wat is het Humanisme?
A
De studie van het menselijk lichaam.
B
De ontdekking dat niets in de Bijbel klopte.
C
De hernieuwde wetenschappelijke belangstelling in de wiskunde.
D
De hernieuwde wetenschappelijke belangstelling in de taal en filosofie.

Slide 14 - Quiz

Tijdvak 6 Regenten & vorsten
  • Welke jaartallen?
  • Welke eeuw?
  • Wat zijn regenten?
  • Wat zijn vorsten?
  • Andere naam voor deze eeuw?

Slide 15 - Slide

kenmerken van de
wereld eruit 1600-1700

Slide 16 - Mind map

Hoe zag de wereld eruit?
  • Door de renaissance en het humanisme was er meer aandacht gekomen voor de mens zelf, voor de kunst en veel informatie uit de oudheid was weer beschikbaar. Hierdoor was er meer kennis.
  • De ontdekkingsreizen waren volop aan de gang, er was veel meer kennis van de wereld.
  • De reformatie was geweest, daardoor waren er veel godsdienstoorlogen.
  • In een aantal landen waren koningen al wat langer aan de macht, zij probeerden steeds machtiger te worden.
  • De Nederlanden waren een onafhankelijke republiek geworden met rijke regenten aan de macht.

Slide 17 - Slide

Aan de slag
Je vult je papier aan.
Schrijf bij elk kenmerkend aspect:
  • 3 begrippen die bij de paragraaf horen
  • 1 persoon die bij de paragraaf hoort
  • Een belangrijke idee dat bij deze periode hoort.
timer
8:00

Slide 18 - Slide

                       Tijdvak 6: regenten & vorsten     
  • 1600-1700: regenten & vorsten
  • Onderwerpen:
  1. Ontstaan van een Wereldeconomie (6.1)
  2. De Gouden eeuw (6.2)
  3. Het absolutisme (6.3)
  4. Wetenschappelijke revolutie (6.4)
Tijdvak 5.. 

Slide 19 - Slide

Wereldeconomie
Wetenschappelijke revolutie

Slide 20 - Slide

Absolutisme
De Gouden eeuw

Slide 21 - Slide

Opdracht
Maak in tweetallen een  a4 poster over 4 personen.

Voor elke persoon onderzoek je 3 onderdelen:
  1. een korte biografie van de 4 personen hiernaast. (geboorteplaats / jaar/ familie / jeugd) foto 
  2. Schrijf minstens 5 kenmerken / gebeurtenissen / acties op waar deze persoon bij betrokken was. 
  3. Zoek een leuke anekdote of (pittige) uitspraak van deze persoon. 


Personen
  1. Lodewijk 14
  2. Christiaan Huygens
  3. Galileo Galilei
  4. Jan Pieterszoon Coen

Inleveren over 12 minuten.



timer
12:00

Slide 22 - Slide

Aan de slag

- Bekijk de plaat en lees de introductie.
- Beschrijf in tenminste vijf zinnen wat er zichtbaar is op het schilderij. 

Slide 23 - Slide

huiswerk
- Maak de poster af
- Maak de samenvatting van paragraaf 6.1 wereldeconomie.
Volgende les laten zien!


--> Evaluatie periode 1 (zie teams)

Slide 24 - Slide

Toets nabespreken

Slide 25 - Slide

Wat viel op?
  • Veel onvoldoendes (14 onvoldoendes, 9 voldoendes)


Slide 26 - Slide

Wat ging goed?
  • Bijna niets leeggelaten.
  • Soms heel positief verrast over de kwaliteit van antwoorden,
  • Bronvermelding ging heel vaak goed: ik zie in de bron dat..
  • Regels overgeslagen tussen de vragen door.
  • Bij veel leerlingen al wel duidelijke antwoordstructuren!

Slide 27 - Slide

Wat kan beter? De vraag zelf:
  • - De vraag wordt slecht gelezen / beantwoord. bv er wordt gevraagd om een economisch voorbeeld, er wordt een cultureel of politiek voorbeeld genoemd.
  • - de structuur van de vraag wordt niet door iedereen overgenomen. Hoeveel punten kan je krijgen? Dat wil ik zien aan je antwoord!
  • Er moet een ka worden genoemd, maar er wordt een begrip genoemd.

Slide 28 - Slide

Het antwoord:
  • Korte antwoorden (geen herhaling van de vraag / geen hele zinnen)
  • Vage antwoorden (geen concrete voorbeelden)
  • Vage omschrijvingen over wie het gaat: ''hij''

Slide 29 - Slide

Ka's en begrippen
  • Als er wordt gevraagd om een kenmerkend aspect, schrijf dan het hele kenmerkende aspect op. een begrip, geen afkorting, geen nummer, geen vage omschrijving.
  • Als een begrip wordt gebruikt in de vraag, leg dit begrip dan altijd uit!

Slide 30 - Slide

Toets bespreken
Regels: 
- lever telefoon en ipad in.
- Tijdens het bespreken van de antwoorden geef ik geen antwoord op persoonlijke vraagstukken. 
- Zet op of aanmerkingen op het daarvoor aangewezen stencil. 
- Niet stencil vast aan het toetspapier en lever na het bespreken van de toets deze weer in bij de docent. 
- Tel punten zelf even na. Telfout? Zet het op stencil. 
- Op antwoordblad wordt NIET geschreven. 
- schrijf op het stencil wat mis ging en schrijf op wat nu goed ging.
- Punten aantal 30 --> cijferberekenen.nl  normering 1.0 

Slide 31 - Slide

Evaluatie
Nog maken:
aandachtspunten:
Toets
lessen
eigen werkhouding

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide